10 vooroordelen van opgroeien in de grote stad
‘Willen jullie dan geen kinderen?’ was het eerste wat mensen ons vroegen toen we tien jaar terug verhuisplannen hadden. Wilden we soms verkassen naar de Noordpool? Of naar een hutje op de hei van drie bij drie? Nee, hoor. We gingen verhuizen naar Amsterdam.
Dit behoeft misschien enige uitleg. De man en ik wonen nu bijna tien jaar in Amsterdam, maar onze roots liggen in het wonderschone Brabant, dat we op mijn 25e en zijn 29e achter ons lieten om in Hilversum te gaan wonen. Maar bijna tien jaar geleden verhuisden we dus van een Hilversumse eengezinswoning met tuin, garage en oprit naar ons huidige appartement (op twee hoog) in Amsterdam-West. Toegegeven: da’s niet per se een logische stap als je al tien jaar samen bent en inderdaad nog een kinderwens hebt ook. Je had onze familie moeten horen! Want die zagen dat onderwerp (kinderen dus) al in het gedrang komen. Want, zo dachten zij, als je van plan bent kinderen te krijgen, dan verhuis je toch niet naar de grote stad? Wij dus wel. Want ja, heel gek: maar daar kun je dus ook kinderen ‘krijgen’, opvoeden en groot laten worden. Er bestaan desondanks een hoop vooroordelen over opgroeien in de grote stad. Ik haal ze even één voor één onderuit, goed?
Kinderen kunnen alleen maar op straat spelen
Nonsens! In de stad struikel je over de (grote) speeltuinen en basketbalveldjes. Vaak hebben ze ook nog een kinderboerderij en/of een leuk koffietentje. Ideaal dus om met je kind heen te gaan, want je kind heeft plezier, maar jij ook! En het grappige is dat ik van vriendinnen in middelgrote plaatsen of dorpjes vaak hoor dat speeltuinen klein zijn en dat er ook niet zoveel van zijn. Althans, niet zoveel als in onze buurt, in onze stad…
Stadskinderen spelen amper buiten
Klinkklare onzin! Wij gaan er juíst op uit met de kinderen: je laat ze misschien niet zo snel in hun eentje voor op straat spelen, maar gaat met ze naar het park, het bos, het strand of de hei. En als we dan dus weg zijn, zijn we ook echt weg. Met het hele gezin. Quality time to the max. Bovendien zijn er ook steeds meer natuurspeelplaatsen in grote steden. Plekken waar je kids vies mogen worden, lekker in de natuur kunnen banjeren met modder, hutten kunnen bouwen en een speurtocht kunnen houden. Hoorde ik daar iemand zeggen dat stadskinderen niet in de natuur spelen? Nee hè?
Maar stel nou dat je niet op twee hoog, maar op vier hoog woont. Zonder lift. Wat dan?
Er zijn ontelbaar veel horecagelegenheden, maar daar heb je toch niks aan met kinderen
Heus wel! Mijn kinderen weten niet beter dan dat we ergens koffie gaan drinken, gaan ontbijten of uit eten gaan. En daar zijn ze dus aan gewend. Superhandig, want ze weten wanneer ze rustig op hun plek moeten blijven zitten (oké, bij ons gaat dat ook nog weleens fout), ze snappen dat ze soms even moeten wachten op hun eten én ze weten heel goed wanneer ze alsjeblieft en dankjewel moeten zeggen. Ja, kom daar nog maar eens om deze dagen!
Je kent de buren niet, hebt geen idee wie er naast en boven je wonen
Nou, die straten of buurten zijn er vast, maar da’s bij ons niet het geval. In ons pand gaan we allemaal goed met elkaar om, de kinderen spelen samen, wij helpen elkaar in nood (‘heb jij nog eieren?’) of drinken op gezette tijden een borrel met z’n allen. Ik prijs me gelukkig met zulke buren.
Je woont zó klein, dat de kinderen geen eigen kamer hebben
Nope. We wonen dan wel in een appartement, maar hebben drie slaapkamers: eentje voor ons en de jongens hebben ook allebei hun eigen slaapkamer. Dus dat klopt niet. Maar als ze ‘m wel hadden moeten delen, wat dan nog: daar is nog nooit iemand minder van geworden. Sterker nog…
Er is veel criminaliteit en dat merk je
Tja, in elke stad is dat aan de hand volgens mij. En zolang je niet onder of boven een drugspand woont, heb je daar niet zoveel last van (even afkloppen, dat doe ik dan weer wel). Dus criminaliteit: ja, maar merken de kinderen dat: nee. Maar om je een voorbeeld te geven: mijn fiets is één keer gejat in tien jaar tijd en dat kwam omdat ik ‘m (ahum) vergeten was op slot te zetten. (Dan vraag je erom, hoor ik je denken. Nou, dat bedoel ik dus.)
Je kunt je kind niet alleen naar school of de judo laten fietsen of skaten
Nou, het kán misschien wel, maar we doen het inderdaad niet. Althans, naar school loopt mijn oudste gerust in z’n eentje (voor fietsen is het te dichtbij, zie punt 9), maar naar judo fietsen we mee. En is dat erg? Nee, want ik ben liever bij mijn kind (7) als hij fietst. En dat zou ik ook gedaan hebben als we in een dorp woonden. Noem het overbezorgd, noem het beschermend, noem het wat je wil, maar ik voel me er beter bij. Stad of dorp, dat maakt me niet uit.
Je kunt overigens ook té beschermend zijn, da’s geen aanrader. Net als deze andere opvoedmissers trouwens.
Het is overal zo druk en dus onpersoonlijk
Dat valt reuze mee. In het centrum ja, daar stikt het van de toeristen, maar bij ons in West is dat nu nog te overzien. En onpersoonlijk herken ik al helemaal niet: bij ons favoriete koffietentje weten ze hoe we onze koffie drinken (en wat de jongens willen), bij dat leuke pastatentje is de bediening alleraardigst voor je kids en bij onze vaste Albert Heijn krijgen onze jongens van de ‘chef groente en fruit’ heel vaak een banaan.
Je kind gaat naar een grote, stadse school
Niets is minder waar! Mijn kinderen zitten op een dorpse, kleine, persoonlijke, gemengde, goede school waar we ze elke dag met veel plezier naartoe brengen. En belangrijker: waar zij met plezier naartoe gaan. Nog een pluspunt: we wonen naast de school. Tja, misschien zijn we op dit punt toch dorpser ingesteld dan we dachten.
Er is extreem veel luchtvervuiling
Oké, tegen dit punt heb ik niet zoveel in te brengen. We proberen in het weekend vaak de stad uit te gaan om frisse lucht op te snuiven, maar we wonen gewoon in een stad waar de luchtvervuiling het heftigst is. En toch. Toch weegt dat voor mij niet op tegen alle voordelen van wonen in een grote stad – en in dit geval Amsterdam…
Hoewel ik ook heus wel weg droom bij deze geweldige fotoserie die gemaakt is tijdens een zomervakantie op het platteland.
Maar laat ik afsluiten met te zeggen dat het niet zielig is als je kind opgroeit in de stad (welke stad dan ook). Het is juist leuk voor ze. Er zijn musea, veel speelvoorzieningen, de bibliotheken hebben ruimere openingstijden (die van ons is op zondag open: kom daar in een dorp maar eens om), er zijn veel sportclubjes en allerlei aanbieders op het gebied van dans, toneel en muziek.
En als je ouders verliefd zijn op een stad, dan wil je daar als kind (van die ouders) toch ook niet meer weg? En, misschien wel het belangrijkste punt: er zijn veel andere kinderen om mee te spelen en vriendjes mee te worden. Kinderen die niet allemaal dezelfde achtergrond hebben als jouw kind. En laat je kind daar nu ongelofelijk veel van leren. In allerlei opzichten.
Deze vrouw verhuisde van de binnenstad van Antwerpen naar het Franse platteland. En fijn dat ze het heeft! Ik zou bijna gaan twijfelen aan Amsterdam… >