Afke: ‘Ik wist zeker dat het een teken was van mijn vader, er was een reden dat ik die camera juist nu had gevonden’
Columnist Afke (41) is naast moeder van drie ook partner, dochter, vriendin, buurvrouw en ZZP-er. Ze heeft een zwak voor imperfectie en echtheid en heeft een missie: Dat alle kinderen en ouders weten dat hun aanwezigheid er toe doet en zich geliefd voelen. Daar schrijft ze over op haar Facebookpagina.
Column: Een teken
‘Oooh, I want you to know I’m okay
I just need to know that you’re waiting
You’re waiting
For me’, zingt Sarah Bettens terwijl ik een slokje van mijn koffie neem en terugdenk aan vorige week.
Op zoek naar mijn sneeuwlaarzen, waarvan ik zeker wist dat ik ze nog had, dook ik in de kast bij mijn moeder op zolder. Ik vond dozen vol dia’s, elektrisch verwarmbare sloffen, een brilletje voor de hoogtezon, 30.000 snoertjes, een verdwaalde kerstbal en een Europese wegenkaart uit 1984. Ik vergat mijn sneeuwlaarzen en ging terug in de tijd. Af en toe riep ik mijn moeder om te delen wat er door mijn handen ging waarop zij steeds riep: ‘Ach ga toch weg Af!’, alsof ze me niet geloofde en daarna kwam de herinnering die bij het voorwerp hoorde en de waarschuwing dat ik het niet moest laten vallen. En toen zag ik de camera van mijn vader liggen. Ineens realiseerde ik me dat ik die was vergeten. Voorzichtig pakte ik hem uit de tas en in mijn hoofd kwamen beelden van de handen van mijn vader omhoog die de camera zorgvuldig vasthielden. Zijn eindeloze geduld met het scherpstellen voor dat ene vogeltje of insect op precies de goede plek. Mijn ongeduld en desinteresse.
Toen viel mijn oog op een geel stukje met zwarte letters. Er zat een fotorolletje in. Langzaam drong tot mij door wat dat zou kunnen betekenen en ik besloot het nog even voor mijzelf te houden. De fotograaf vond mijn ontdekking minder interessant dan ikzelf. Hij nam het toestel mee naar de donkere kamer en even later vertelde hij me op neutrale toon dat er inderdaad ongeveer 14 foto’s op het rolletje stonden die nog ontwikkeld en afgedrukt konden worden. Ik nam het strookje mee waarmee ik de week daarna de foto’s op zou kunnen halen.
De hele week dacht ik aan mijn ontdekking. Wat zou erop staan? Ik hoopte meer dan alleen een paar grassprietjes en insecten. Ik hoopte stiekem op een foto van mij. Wanneer zou hij de laatste foto’s hebben gemaakt? Dat moest wel de laatste zomer zijn geweest, toen hij na de vakantie meteen werd opgenomen in het ziekenhuis. Voor de laatste keer, maar dat wisten wij toen nog niet. Ik bedacht me hoe blij ik mijn moeder zou maken met deze ontdekking. Ik wist zeker dat het een teken was van mijn vader. Kennelijk was er een reden dat ik die camera juist nu had gevonden.
Donderdag was het zover. De fotograaf herinnerde zich niet meer wie ik was, maar had wel de foto’s afgedrukt. Hij maakte het mapje open, zag niet dat ik mijn adem inhield en spreidde 14 foto’s uit over de toonbank. Ik zag vage, verkleurde foto’s van bloemen, de vijver van mijn moeder en een foto van een fotolijst die bij mijn moeder aan de muur hing. Mijn moeder had foto’s van mijn overgrootmoeder, oma, zichzelf en mij op de leeftijd van 30 jaar bij elkaar gevoegd. Het was een cadeau voor mijn 30e verjaardag. Mijn hart gloeide. Zie je wel, een teken van liefde van mijn vader. Hij wilde vast dat ik dit fotorolletje zou vinden en deze foto zou zien.
Wacht even. Dertig jaar. Toen mijn moeder die lijst maakte, was mijn vader al jaren dood. Terwijl ik mijn pincode intoetste, drong het langzaam tot me door en tegen de tijd dat ik over de drempel van de winkel stapte besefte ik dat deze foto’s niet door mijn vader gemaakt konden zijn. In de auto barstte ik in lachen uit. Mijn moeder had deze foto’s gemaakt en was dat, net als al die andere spullen in de kast op zolder, vergeten. Wat stom. Wat hilarisch. Wat had ik me laten meeslepen. Wat een deceptie. Wat leeg. Oké, het deed eigenlijk ook best een beetje pijn. Deed ik het weer. Ik wou zo graag zijn dood een beetje mooier maken. Na al die jaren. Nog steeds. Er was helemaal niets, hij was er echt niet meer en zou ook echt niet terugkomen. Daar moest ik het mee doen.
Misschien was dat het teken dat hij wilde geven.