Afke: ‘Ik weet nog hoe ik de zenuwen kreeg van zo’n klein armpje door de mouw van een rompertje’
Columnist Afke (41) is naast moeder van drie ook partner, dochter, ZZP-er, vriendin en buurvrouw. Ze is altijd op zoek naar dat wat (aan)raakt en heeft een zwak voor imperfectie en echtheid. Daar schrijft ze over voor Famme én op haar eigen blog.
Column: Tel je zegeningen
Dat vind ik zo vroom klinken. Ik wil spontaan het tegenovergestelde doen. ’Gelukkig zijn’ klinkt verdacht. Waarom zou je de ander daarvan willen overtuigen? Vandaag ging ik op pad met Meike, mijn vriendin, om een dag samen te schrijven. Zónder kinderen. Zij doet dit vaker, ze heeft van schrijven haar beroep gemaakt. Ze heeft mij ook al vaker uitgenodigd, maar iedere keer liet ik iets anders voorgaan (een ziek kind, achterstallig onderhoud in huis of een schuldgevoel naar mijn man) en ging ik niet mee. Tot vandaag.
Het is heerlijk om aan één stuk door te kunnen schrijven zonder onderbroken te worden door een dreumes die juist die dag besluit een korter middagslaapje te doen, een stapel wasgoed die mij aanstaart of een zoon die zich verveelt. We zitten tegenover elkaar in een knus café waar ze weten hoe je lekkere koffie zet en genoeg mensen om naar te kijken. Die combinatie maakt dat de woorden en ideeën vanzelf gaan stromen in mijn hoofd.
Dood eendekuiken
Voor een opdracht van Famme Baby vertrouwde ik mijn bevallingsverhalen aan het papier toe. Gewicht? Duur van de bevalling? Aan herinneringen geen gebrek, maar voor cijfers had ik bewijsmateriaal nodig. Zo kwam ik vanmorgen uit bij filmpjes van de eerste dagen met onze oudste, toen mijn man en ik voor het eerst ouders werden en les kregen in het verschonen van een luier en aankleden. Ik weet nog goed hoe ik de zenuwen kreeg van zo’n klein armpje door de mouw van een rompertje proppen. Er kwam een fragment voorbij waarop de oudste drie jaar later zijn broertje voor het eerst ontmoette en waarop hij de kraamverzorgende vertelde dat hij een Thomas de Trein dekbed had in plaats van naar zijn broertje te kijken. En één van een plechtige peuter die een dood eendekuiken begroef en zich bedacht omdat hij nog iets tegen het beestje wilde zeggen. Mijn man moest het graf (onmiddellijk) weer openmaken.
De eerste ervaring met de dood op de boerderij waar wij op de dieren pasten in ruil voor een gratis verblijf. We hadden geen geld voor een vakantie dat jaar. Wat een geluk. ’Eigenlijk vind ik ons het best leuk doen’, dacht ik toen ik al die beelden zag. Ik vond mezelf best een lieve moeder zo op de film (los van wat onze kinderen daarover later zullen zeggen). Zo vaak heb ik mij in die eerste jaren onzeker gevoeld, vastgeklampt aan methodes, was ik ontevreden met de nieuwe vormen van mijn lichaam, gesloopt door slapeloze nachten, zieke kinderen en gespannen van de combinatie kinderen, werk, huwelijk en mijn banksaldo. Maar dat was allemaal ondergeschikt besefte ik toen ik de beelden zag.
Tranen
Als laatste kwam de geboorte van onze dochter voorbij. Ja, gefilmd. Ik had de opname al wel in mijn eentje gekeken, maar nog niet samen. Onze dochter die het water in zwom, haar heldere blik en ik die haar opving. De intieme sfeer, de stilte. Wat een dierbaar en bijzonder moment. ’Ik krijg ook tranen’, zei mijn middelste zoon en veegde ze verbaasd weg toen op de film te horen was hoe oma huilde aan de andere kant van de lijn. Onze oudste zoon belde haar om te vertellen dat de baby er was. ‘Ik ook’, fluisterde ik en trok hem dicht tegen me aan. Toen kregen we de slappe lach. Echt oma. Vanavond sloot ik de avond af met de serie ‘Soof’ en stopte mijn koude voeten tussen de warme benen van mijn man. En nu tel ik mijn zegeningen.