Lieke: ‘Ergens in Nederland staat een boom die getuige is geweest van een heftig en verdrietig afscheid’
Soms kun je ineens terugverlangen naar een liefde die er al heel lang niet meer is. ‘De tijd heeft zijn werk gedaan. De pijn is over, het ondraaglijke verlangen is weg.
Column: Old love
Dit is een ode aan een allesverterende liefde die ooit was. Ik kijk in de container en zie hoe snippertjes van uitgeprinte mailwisselingen, brieven, tekeningen en gedichten verdwijnen tussen ander papier. Ik maak wat eens met hart en ziel beschreven, gelezen en gekoesterd werd onherkenbaar totdat het hetzelfde is geworden als de rest: oud papier.
Omdat het tijd is om op te ruimen. Omdat het niet nodig is dat wanneer ik overlijd, anderen het zullen vinden en er iets van zullen (moeten) vinden. Ik zie stukjes vallen van een liefde. Een liefde die wel moest stoppen. Omdat ze niet kon bestaan in deze maatschappij. En juist daarom zo intens durfde te zijn. Die tegelijkertijd voor toppen van geluk en de diepste dalen zorgde. Die een gat sloeg in een aantal harten. Waardoor een lek ontstond. Een liefde die ook de leegte van het bestaan van twee zielen vulde met mooie, tedere, warme, spannende dingen. En met illusies.
Verdrietig afscheid
Toch was ze ook waar. Een liefde die mij liet opleven en bloeien, die mij in contact bracht met delen van mezelf die ik niet kende. Maar die ook een waas voor mijn ogen bracht en werkte als een verslaving. Om ons uiteindelijk de diepte in te trekken. Ergens in Nederland staat een boom die getuige is geweest van een heftig en verdrietig afscheid. Hij bewaart al jaren de tastbare herinneringen aan die alles verterende liefde ergens tussen zijn wortels. Om daar verder te mogen verteren. Het is goed dat we eruit zijn gestapt. Ik zou niet meer terug willen. En tegelijk had ik het nooit willen missen. De wind vangt een aantal snippers voordat ze kunnen vallen en verspreid ze door de tuin. Ik raap ze op en ga nog één keer terug in de tijd. Dan besluit ik een paar snippers toe te vertrouwen aan dit blog.
De tijd en groei hebben ervoor gezorgd dat ik ben losgekomen van wat toen was. Ik heb het niet meer nodig. Ik ben dat niet meer. Daar ben ik blij om. Wat overblijft is compassie. Ik lees een mooi en schrijnend liefdesverhaal. Over twee zielen die een tijdje een schuilplaats en troost vonden bij elkaar. En alleen buiten de realiteit verbinding konden maken met een ander. Ze konden elkaar aanraken met woorden. Een paar snippers daarvan geef ik na al die jaren met liefde bestaansrecht:
‘Heb nu je mail even rustig kunnen lezen, word er rustig van. Ik geloof niet dat iemand het zo goed zal begrijpen als jij, wat fijn dat je dit allemaal schrijft. Zo herkenbaar. Ik weet echt niet wanneer ik je wat kan schrijven maar ik ga je zeker meer vertellen. Mijn ziel is warm van je streeltjes.’
‘Lieve, Het spijt me oprecht dat ik je zo heb geraakt. Je bent geen loser door geraakt te zijn en dat op te schrijven. Natuurlijk raakt het je..’
‘Is dit spelen met vuur? Voor mij niet. Mij lucht dit ook op. Ik heb even geen zin om verstandige relativerende opmerkingen toe te voegen, die kennen we allebei.’ ‘Ik durf bijna niets meer op te schrijven, zo raak heb je opgeschreven hoe het zit. Hoe nieuwsgierig we ook kunnen zijn naar ieders leven vandaag de dag, wat ons raakt is ons. Ik merk dat het me goed doet, dat jij mijn nummer 1 wil zijn. Daar gaat het mij ook om. Jouw nummer 1 zijn, dat zegt het veel mooier dan ‘beste minnaar’.
‘Is dit spelen met vuur? Nee, voor mij niet althans. Ik hoop voor jou ook niet, ik wil je geen tranen bezorgen, maar ik ga nu alles opschrijven. ‘Ons’ heeft in mijn leven een veilige plek verworven. De tijd heeft zijn werk gedaan. De pijn is over, het ondraaglijke verlangen is weg. Wat blijft is voor mij een zekerheid. Ik leef met mijn grote liefde,
maar jij bent de grootste liefde van mijn leven geweest. En daarmee blijf je voor altijd nummer 1. Ik kan het zonder spijt, zonder pijn, zonder verlangen zeggen. Je was alles voor me, nu ben je gelukkig een van de allermooiste plekjes in mijn hart. Er gaan inmiddels al dagen voorbij dat ik niet aan je denk. Je overspoelt me niet meer onverhoeds, gelukkig niet meer. Maar ik hoef op een mooi moment maar mijn ogen dicht te doen, en ik kan bij ons komen.’
‘Wat we hadden was zo teder, zo intiem. Het lot heeft ons samengebracht, en ook weer doen scheiden. En zo moet het ook. Ik kan nu ook soms met compassie aan ons terugdenken. Want we waren natuurlijk ook twee uitgeputte zielen die in elkaars armen vluchtten, wegkropen voor de wereld die we niet aankonden. Jouw foto van het beeld in Noorwegen, dat is ons
beeld. Dat waren wij, zo waren wij. Verstrikt in een volmaakte omhelzing.’
‘….kerm…. ik heb al 1000x gekeken voor een reactie…’
‘Lieverd, we zijn simultaan aan het mailen!!! Ik heb een slok op nu, hou me vast. Ik ben in staat om door alles heen te breken en je mee te nemen voor een paar wilde uren. In muziek ben je bij me, in boeken, films. In hotelkamers wil ik het behang er wel afscheuren om te zien of je er achter
zit.’
‘Mooier dan alle spullen die een mens kan hebben zijn de herinneringen in onze verzameling.’
‘Die eerste keer tegen jou aan op de bank toen gebeurde het bij mij en was er geen houden meer aan en wist ik hoe dan ook dat ik je vast wilde houden, figuurlijk, maar ook letterlijk! Je stem is echt geprogrammeerd in mijn systeem. Op de juiste momenten hoor ik die alles bepalende lach als je vindt dat ik een schop onder mn kont nodig heb of als ik keurig ben geweest. Hoe je me tot de orde kan roepen. Soms verleid je me, meestal met muziek erbij en dansend, om alles uit mijn handen te laten vallen en naar je op zoek te gaan. Soms kruip je achter me of kruip ik in je weg als ik mezelf alleen voel. Dan zie ik de momenten voor me dat we op een bed van een hotelkamer liggen en de wereld heel ver weg. Voor mij is dat de plek om troost te vinden en een glimlach op mijn gezicht te toveren.’
‘…zucht…. mis je een beetje. x’
‘Een prachtig zinnetje: before you came in to my life I missed you so bad. Echt. Die raakt me zo. Ik kan je nu soms nog missen en ik heb je de eerste jaren gemist als nooit iets tevoren. Dacht ik. Maar door dat ene regeltje snap ik dat het niet in verhouding staat tot hoe ik je miste toen ik je nog niet kende. Snap je? Kan je nagaan hoeveel je me gegeven hebt, nee, nog steeds geeft. Ik omhels je, zo vaak, als ik ga slapen.’ ‘soms heb ik ze nog van die momenten dan voelt het alsof mn keel dichtgeknepen wordt en alsof er aan mn hart getrokken wordt dan mis ik je even heel erg nu is zo’n moment. x’
‘ik hou van je! Gewoon echt lekker ongecompliceerd veel hou ik van je. En ik vind het heel fijn dat dat zo is. Tja! Ik wou het toch even zeggen. X!’
‘Je hebt me aan het huilen en lachen tegelijk gekregen. Ik hou zoveel van je.’
‘Ja damn, nou zit ik in tranen. Helemaal. Maar van geluk hoor. Dit is het. Wij kennen dit. Wij.’
‘Ik kan maar niet vergeten hoe jij je in mijn armen vleide. Daar op die bank. Wat was dat bijzonder. Mijn natuurlijke reflex was om te gaan knuffelen, gaan strelen. Maar dat mocht niet. En daardoor kon ik nog beter voelen wat je met me deed. Wat onze lichamen deden. Nog nooit eerder vleide iemand zich zo naadloos in de holte van mijn arm. Nog nooit eerder paste het zo volkomen. Nog nooit eerder voelde ik zo’n lijfelijke harmonie. Ik hoefde er niets voor te doen. Jij hoefde er niets voor te doen. Het was er gewoon, zonder voorwaarden, zonder beperkingen. Wat heb ik dat gevoel nog vaak kunnen sublimeren. Weet je nog, als we vreeën? Dat ik dan soms zo maar midden in het spel ophield en gelukzalig op mijn rug ging liggen? Van top tot teen was ik dan door jou gevoed. Ik kan er soms zo naar hunkeren. En ik kan het soms zo maar oproepen. Dan ga ik gewoon liggen, midden op de vloer. Strek mijn ledematen uit en ga ik je voelen. En dan voel ik de liefde die je voor altijd door mijn lijf laat stromen.’