Daphne: ‘De enige goeie wesp is een dooie, wat mij betreft’
Columnist Daphne schrijft over haar dochter Noëlle (11), die naast Cerebrale Parese (hersenbeschadiging) voorts de wens heeft om van het andere geslacht te zijn. Over dochter Lynn (4), een olijke kleuter met een zeer hoog diva gehalte en een behoorlijke gebruiksaanwijzing. Maar ook schrijft Daphne soms over haar belevenissen als treinmachinist. Op Daphnes Wereld houdt ze haar eigen blog bij.
Column: Close encounter
Ik heb een fobie. Een wespenfobie. De mensen die mij kennen, weten dat ik een ontzettende dierenliefhebber ben. Zelfs spinnen en ander kriebelig, kruipend of vliegend schorriemorrie, probeer ik – ondanks dat ik er van griezel – altijd levend te vangen en buiten weer vrij te laten. Maar een wesp? Die gaat maar op één manier mijn huis uit: geplet! Mijn fobie is zó erg, dat mijn strot al dichtknijpt bij het schrijven hierover. Wanneer ik vervolgens op internet foto’s van wespen aan het zoeken ben om bij dit verhaal te voegen, veroorzaakt een simpele, onschuldige vlieg die toevallig op mijn arm gaat zitten, een complete panic attack, waardoor ik hem in een of andere super spastische karate-actie meteen de genadeklap geef. En daarmee mijn laptop (die op mijn schoot stond) bijna ook.
Extreme angst
Waar komt die extreme angst toch vandaan? Nee, ik ben niet allergisch. Hoewel ik vaak wel heftiger reageer op horzel- en wespensteken dan menigeen, ga ik er niet dood aan. Dus dat veroorzaakt de agitatie niet. En mijn vader bleef altijd stoïcijns in het bijzijn van wespen, mijn moeder houdt het hoofd ook redelijk koel, dus aangeleerd is het ook niet. Maar wat is het dan wel? Nou, het klinkt vast gek, maar op de een of andere manier moeten wespen mij altijd hebben.
Drie tieten
Toen ik een jaar of vijftien was, fietste ik in hartje zomer van school naar huis. Een kilometer of tien, van de grote stad naar een nabij gelegen dorp. Onderweg geen vuiltje aan de lucht, totdat een wesp mijn topje in vloog, precies tussen mijn borsten. Omdat hij daar niet zo snel weer tussenuit kwam, stak hij binnen een seconde. En meteen daarna nog een keer. En nog een keer! In blinde paniek smeet ik mijn fiets aan de kant en trok alles uit wat ik aan mijn bovenlijf had. Ja, ook mijn BH. Dat leverde nogal wat tumult op bij de voorbijkomende auto’s op de hoofdweg. Maar op dat moment ging het meeste daarvan aan me voorbij. Ik huilde en vloekte van de pijn. De wesp heeft het niet overleefd, maar ik heb lang daarna nog met de gevolgen gezeten. Ik had wel drie tieten in plaats van twee! Pijnlijke ook vooral!
Reünie
Een paar jaar later had ik een reünie van de lagere school. Eenmaal daar waren er van mijn oude klas niet zoveel mensen als ik had gehoopt. Een beetje doelloos dwaalde ik door mijn oude klaslokalen toen ik hém ontmoette. Een oude klasgenoot, die ik eigenlijk helemaal vergeten was. Van beide kanten was er meteen herkenning (en aantrekkingskracht) en we raakten aan de praat. Het was een hete zomer en het was behoorlijk benauwd in de klaslokalen. Daarom besloten we buiten te gaan zitten, waar het een stuk minder zweterig aanvoelde. Argh, en laat er nou net een wespenplaag op het schoolplein ontluikt zijn! Heb ik weer. Maar ik liet me niet kennen: de wespen leken hem niet te deren en mijn interesse voor deze charmante ex-klasgenoot was sterker dan mijn angst.
Pokkewesp
Op een bankje zaten we eindeloos te kletsen over onze levens en hij deed mij het rondvliegende gespuis compleet vergeten. Totdat… Je raad het al: een wesp achterin mijn shirt terecht kwam (hoe dan?) en ik meteen weer een steek te pakken had. Een deja vu momentje, want wederom stond ik binnen luttele seconden in ontbloot bovenlijf te huilen en tieren. Waarna mijn zus (die ook op de reünie was) mij heeft ‘uitgezogen’ in het kleutertoilet. Het einde van een perfecte dag. ‘Hem’ heb ik daarna nooit meer gezien. En bedankt, stomme pokkewesp!
Er is meer…
Maar dat was nog niet alles. Na deze akkefietjes – het begin van mijn wespenfobie – hebben de monsters mij nog meerdere keren te grazen genomen. Zo kreeg ik er ooit eentje in mijn helm tijdens het motorrijden, ben ik met mijn blote voeten eens op een wesp gaan staan (ook geen aanrader) en de laatste wespensteek die ik kreeg, was op mijn duim bij het binnenhalen van de was. Ja écht! Hoe krijg je het voor elkaar?
De hoornaar
Dus ja: ik heb een hekel aan wespen. De enige goeie wesp is een dooie wat mij betreft. En alsof ik daar nog niet mijn handen aan vol heb zomers, is er sinds kort een nieuw monster in town: De hoornaar. Ofwel: reuzenwesp. En met recht een reuzenwesp, want holy mozes, wat is dat beest GROOT! De fakking Terminator-Arnold-Schwartzenegger onder de wespen!
Van de week had ik een heuse close encounter met deze ploert. Het is midden in de nacht, wanneer ik thuiskom van een late dienst. Nietsvermoedend loop ik naar de voordeur, waar manlief heel attent de buitenlamp heeft laten branden. Als ik op het punt sta de sleutel in het sleutelgat te steken, zoeft er iets brommends langs mijn hoofd. Als een bij met de baard in de keel, zo klinkt het. Ik voel ook daadwerkelijk de luchtverplaatsing langs mijn gezicht gaan. Confuus doe ik een stap achteruit en dan zie ik hem: een wesp op anabolen! Jemig, wat een beest.
Hoorndol
Hij vliegt in blinde agressie keer op keer om de lamp heen (zoals motvlinders dat ook kunnen) en bezet daarmee het complete gebied bij de voordeur. Horrified sta ik aan de grond genageld. Dit méén je niet! En nu? Een tijdje sta ik verlamd naar het mega beest te kijken. Dan kom ik weer een beetje bij zinnen en realiseer mij dat ik met deze reus moet dealen als ik mijn bed nog wil zien vannacht. Gewapend met één van mijn werkschoenen betreed ik de onveilige zone, om me nog geen seconde later alweer terug te trekken. Het beest is hoorndol (leuke woordspeling he?) en te onvoorspelbaar om te raken met mijn schoen. En nu?
Veilig
De gedachte om maar ‘veilig’ in de auto te gaan liggen komt in me op. Ik zit die optie dan ook daadwerkelijk in overweging te nemen als het gevaarte ineens neerstrijkt op het linker kozijn. Het sleutelgat zit rechts, een kansje? Ja! Nu of nooit! Ik sluit mijn ogen, haal diep adem, tel tot drie en… GO GO GO! Terwijl mijn blik gelockt is op de Hoornaar, duw ik de sleutel in het sleutelgat, gooi de deur open, sprint naar binnen, struikel vervolgens over de rondslingerende slippers van de jongste terwijl ik achter mij het zware gebrom alweer hoor. Half in mijn val geef ik de voordeur een zwieper, die met een doffe dreun dichtvalt.
Sleutel
Tsjonge jonge, erg subtiel weer Daf, het hele huis wakker waarschijnlijk. Maar stiekem ben ik toch trots op mijn overwinning. Ik ben binnen, het gedrocht is nog buiten en nu kan ik eindelijk naar bed. Maar dan valt mijn oog op iets tussen de deur. Een keycord. Shock! De sleutels: ze zitten nog buiten in de deur! In mijn paniekmoment is dat niet helemaal gegaan zoals ik het in mijn hoofd had. Dus wederom moet ik mijn moed verzamelen en in een bliksemsnelle actie verbreek ik het snelheidsrecord voor ‘sleutel uit het sleutelgat halen’! Waar zijn de mensen van het Guinness book als je ze nodig hebt?
Douche
Tien minuten later sta ik voldaan onder de douche de schrik van me af te spoelen. De kinderen slapen nog en ook manlief heeft letterlijk door mijn avontuur heen gesnurkt. Dan hoor ik getik op de douchecabine. Is één van de kinderen toch wakker geworden? Maar ik zie niemand. En dan hoor ik het weer: ‘Pok!’ Pok? Wat is da… Verbijsterd staar ik naar mijn Goliath, die nu als een dolle door de badkamer vliegt. Een ijzingwekkende gedachte gaat door mijn hoofd: als hij hier in de douchecabine komt, dan, dan…
Snelheidsrecord
Het idee alleen is genoeg om mij uit mijn angstverlamming te halen. En wederom verbreek ik een snelheidsrecord: snelste persoon uit de douchecabine én badkamer ooit! Tja, en daar sta ik dan; poedeltje naakt, druppend en met half uitgespoelde haren. Dat is de druppel! (Haha!) Ik ben die verdomde steroïde wesp meer dan zat! Dit is MIJN domein, wat denkt ‘ie wel niet? Pissig stamp ik naar de slaapkamer en kom gewapend met de spuitbus insectenspray terug. Hulde aan de persoon die dát uitgevonden heeft! Ik leeg het halve ding in de badkamer en wacht af.
De genadeklap
Een paar minuten later durf ik voor het eerst voorzichtig om het hoekje te kijken. De walm gifgas komt me tegemoet. Maar het deert me weinig, want op de grond zie ik iets spartelen. De reus. Hij tolt in rondjes over de vloer. Ik geef hem de genadeklap met de badslipper van mijn ega en veeg hem – nog altijd imposant en angstaanjagend – ver onder het badmeubel. Daar weet de stofzuiger morgen wel raad mee! Wat? Je denkt toch niet serieus dat ik hem oppak he? Nooit een horrorfilm gezien? Dat je denkt dat de belager eindelijk dood is, maar dan nog nét even tot leven komt in die laatste seconde van de film? Nou, mooi niet dat deze dame daarin trapt!
Enfin, nadat ik het badkamerraam hermetisch afgesloten heb en zeker weet dat er geen ander gevleugeld broedsel meer rondvliegt, stap ik de douchecabine weer in. En dat is dat. Het horrorverhaal is ten eind. En hoewel het een soort van happy end was, heeft het mijn angst niet bepaald gelouterd. Had ik al gezegd dat ik een fobie heb?
Meer lezen van Daphne? Dat kan hier!