Esther: ‘Mijn gevoelens zijn mixjes van verdriet, woede en eenzaamheid’
Esther (34) en haar man hebben een vurige kinderwens, maar dit gaat voor hen niet vanzelf. Na 3,5 jaar zelf proberen, staan ze nu aan het begin van het IVF-traject. Voor Famme houdt ze een hier een dagboek over bij.
Column: Eenzaam
Normaal gesproken kan ik dingen heel goed onder woorden brengen. Zowel schriftelijk als mondeling lukt het me prima om gevoelens te uiten, dingen te omschrijven of duidelijk te maken wat ik wil. Maar er zijn tijdens de vruchtbaarheidsbehandelingen heel vaak momenten geweest dat ik dat niet kon. Dat ik het niet onder woorden kon brengen omdat ik niet wist wat ik precies voelde, of dat ik het wel wist maar er gewoon geen woorden voor kon vinden. Er zijn voor sommige gevoelens geen woorden. Het zijn mixjes van verdriet, woede, angst en eenzaamheid. Mijn verdriet begrijp ik, ik wil graag moeder worden. Mijn woede begrijp ik, want het is toch oneerlijk dat het ons zo moeilijk wordt gemaakt? En mijn angst begrijp ik ook. Want stel nou dat het nooit gaat lukken?
Je doet het alleen
Het lastigst vind ik de eenzaamheid. Niemand die echt begrijpt hoe je je voelt, wat er met je lijf en met je hoofd gebeurt en wat voor impact het op je heeft. Er zijn meer mensen die ervaring hebben met vruchtbaarheidsproblemen, ook in onze directe omgeving. Maar iedere situatie is anders, geen lijf is hetzelfde, geen karakter is hetzelfde. Iedereen gaat zijn eigen weg op het steile en lastig te belopen pad naar de top. Iedereen komt zijn eigen obstakels tegen. We hebben allemaal hetzelfde doel, maar we moeten het alleen doen. Het pad is te zwaar om nog iemand mee naar boven te trekken. Mensen in je omgeving kunnen je ondersteunen, met een lief kaartje, een goed gesprek of een verwenmomentje. En dat is fijn, zonder die steun is het helemaal een lastig pad. Dat zijn rustplekken op de weg naar boven waar je even bij kunt tanken. Maar je moet daarna toch weer door, alleen.
Eenzaamheid kiezen
Soms, op echt lastige stukken, heb ik ook even geen behoefte aan de steun van anderen. Ik denk dan: laat me maar. Ik moet me zo concentreren om op het pad te blijven, ik heb even genoeg aan mezelf. Ik heb geen energie om iemand op zo’n moment uit te leggen wat ik voel. Wat er in me omgaat. Want soms weet ik het zelf ook niet, dan hangt er een mist in mijn hoofd en in mijn hart. Soms ben ik zo druk om mezelf op het pad te houden, dat ik geen tijd heb om stil te staan bij wat ik voel. Bijvoorbeeld als we na een mislukte poging weer honderden meters naar beneden zijn gevallen.
Het kan ook zijn dat ik gelijk hetzelfde stuk weer omhoog klauter (uitgeput, verdrietig, woedend en angstig), omdat ik er geen zin in heb om er mee bezig te zijn. Ik wil gewoon naar die top, ik wil zwanger worden. F[&]#K al die emoties, ik wil gewoon door. Op zulke momenten kies ik dus eigenlijk zelf de eenzaamheid. Want het is zo lastig om de woorden te vinden voor wat er dan allemaal door me heen gaat. Dan kost me dat zoveel energie dat ik er maar gewoon liever niet over praat. Of alleen zijdelings, maar niet de diepte in. Ik zet dan liever de knop om en stoom gewoon door.
Zijlijn
Met mijn man, mijn moeder en met enkele vriendinnen praat ik er wel over. Maar ze staan aan de zijlijn, zelfs mijn man. Hij staat op alle rustplekken langs de weg omhoog, en er zijn zelfs momenten dat hij een stukje mee loopt. Maar het ondergaan van de behandelingen, met alle fysieke en emotionele belasting die daarbij hoort, dat doe ik alleen. Natuurlijk is hij ook teleurgesteld en verdrietig als het weer niet is gelukt, als we weer honderden meters omlaag worden gegooid en hij voorlopig ook geen papa wordt. Maar mede doordat hij er niet wekenlang iedere dag mee bezig is geweest, en doordat hij natuurlijk niet hetzelfde ervaart als ik, staat hij er toch buiten.
Ik denk dat dat te vergelijken is met de band die een moeder en kind al tijdens de zwangerschap opbouwen, waar de band met de vader eigenlijk pas begint als de kleine geboren is. Zoals een moeder iedere dag voelt dat ze zwanger is, zo word ik tijdens de behandelingen iedere dag geconfronteerd met die behandelingen. Door mijn medicatie te nemen, door bijwerkingen te hebben, door testen te doen, door naar het ziekenhuis te moeten voor echo’s, door iedere keer (ja ie-de-re keer) als ik naar de WC ga te checken of ik ongesteld ben geworden. En door iedere dag tegen mezelf te zeggen; ja je mag hopen, maar wees ook realistisch. Bereid jezelf ook weer voor op tegenslag. (Om dan vervolgens natuurlijk wel hoop te hebben). 24/7, wekenlang iedere dag. Dat is eenzaam, dat is een pad dat ik niemand toewens. En ik heb respect voor iedere vrouw (en man!) die hem gelopen heeft.
Meer paden, meer toppen
Waar ik me aan vast houd, is dat ik me soms misschien eenzaam voel, maar dat ik dat niet ben. Er staan hele lieve mensen op de rustplekken, er leven zoveel mensen met me mee. Het pad naar de top, naar zwanger worden, is voor mij steil en vol obstakels. Maar… het is niet het enige pad, het is ook niet de enige top. Er zijn kruispunten, er zijn afslagen. Ik heb nu even een omleiding genomen. Een pad met meer rustpunten, zodat ik weer tot mezelf kan komen. Om over een poosje dat steile pad weer op te zoeken en door te gaan. Tot er een moment komt dat ik de top bereik. Of dat ik zeg: ik heb genoeg geklauterd. Er zijn meer paden, er zijn meer toppen dan alleen deze ene. Maar aangezien deze me toch wel erg mooi lijkt, geef ik voorlopig nog niet op.