Fabiennes baby is een flesweigeraar: ‘De oppas komt langs op mijn werk’
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.famme.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F01%2Fsasha-matveeva-KrlTA1XehnA-unsplash.jpg)
“Ik hoop maar dat het lukt om borstvoeding te geven”, zei Fabienne (33) toen zij zwanger was. Tot haar grote geluk ging het meteen goed: haar dochter dronk vanaf het eerste moment prima. Maar zó goed, dat ze niet van de fles wilde drinken. Ze werd een echte flesweigeraar. Toen Fabienne na haar zwangerschapsverlof weer aan het werk ging, begon een grote uitdaging.
“Ik was natuurlijk heel blij dat de borstvoeding direct goed ging. Al vanaf het eerste uur na de geboorte dronk zij van mijn borst. Mijn man en ik waren ontzettend opgelucht. Ik wilde namelijk heel graag borstvoeding geven om een goede band met mijn kleintje op te bouwen. Tot mijn vreugde dronk zij zowel ’s nachts als overdag heel goed.
De borstvoeding ging goed
De eerste drie maanden was ik volledig thuis. Het waren intensieve maar fijne maanden. Ze dronk goed, maar ze werd nog telkens om de twee uur wakker. Dan legde ik haar aan de borst en sliepen we samen weer verder. Vermoeiend was het zeker, maar omdat ik niet werkte, kon ik overdag dutjes doen terwijl zij ook sliep.
Na drie maanden moest ik weer aan het werk. Mijn plan was om twee dagen op kantoor te werken en twee dagen thuis. Zo gezegd, zo gedaan. Ik kolfde melk af en vertrok naar mijn werk. Maar het verliep allesbehalve soepel. Mijn dochter weigerde de fles. Ze was oververmoeid, hongerig en ontzettend overstuur. Ze krijste alles bij elkaar, met rooddoorlopen oogjes van pure uitputting.
Fysiek is er niets mis
We hebben van alles geprobeerd. Andere soorten flessen, verschillende spenen, zelfs verschillende houdingen en technieken. Ik ben zelfs met haar naar het ziekenhuis geweest, waar ze twee keer helemaal is nagekeken. Fysiek is er niets mis met haar, maar toch weigert ze de fles hardnekkig. Nu zijn we zes maanden verder en het is nog steeds een groot drama. Iedereen lijdt eronder.
Mijn man en ik slapen al zes maanden geen enkele nacht langer dan twee uur achter elkaar. De gebroken nachten eisen hun tol. Mijn man staat constant in de stress. Als mijn dochter begint te huilen, raakt hij helemaal gespannen. Hij probeert haar dan uit wanhoop te kalmeren door haar te wiegen, vaak veel te hard. Ik moet soms ingrijpen om te voorkomen dat het te onrustig wordt.
Een van de pijnlijkste momenten was toen hij uit frustratie probeerde haar met geweld de fles te geven. Hij duwde het flesje naar binnen in de hoop dat ze toch zou drinken. Ze huilde hartverscheurend, nam een slokje en begon daarna te hoesten. Het was verschrikkelijk. Uiteindelijk heb ik haar natuurlijk gewoon weer borstvoeding gegeven.
De oppas komt langs op mijn werk
Als ik naar kantoor ga, komt onze oppas langs. Mijn kantoor is gelukkig niet ver van huis. Het is zelfs te lopen, als je zin hebt in een flinke wandeling. Als mijn dochter honger krijgt, brengt de oppas haar naar mijn werk. Dan geef ik haar borstvoeding achter mijn bureau. Het is een tijdelijke oplossing, maar het is verre van ideaal.
Mijn werkgever is begripvol, maar ik merk dat mijn collega’s het soms ongemakkelijk vinden. Dat maakt dat ik me vaak schuldig voel. Niet alleen naar mijn dochter, maar ook naar mijn werk. Ik wil mijn werk goed doen, maar het voelt alsof ik constant moet jongleren met mijn rol als moeder en mijn professionele verantwoordelijkheden.
Ik probeer mezelf voor te houden dat dit een fase is, dat het beter wordt. Maar sommige dagen zijn gewoon loodzwaar. Zoals die keer dat de oppas belde dat mijn dochter weer hysterisch was. Ik moest halsoverkop een vergadering verlaten om naar huis te gaan om haar te troosten en borstvoeding te geven. Het voelde alsof ik alles fout deed, zowel thuis als op het werk.
We gaan hulp inschakelen
Nu ben ik op zoek naar nieuwe oplossingen. Misschien moet ik professionele hulp inschakelen, een lactatiekundige of een kinderpsycholoog. Het voelt alsof ik alles al geprobeerd heb, maar misschien is er toch nog iets wat ik over het hoofd zie. Voor nu probeer ik me vast te houden aan de kleine momentjes van geluk: de glimlach van mijn dochter na een voedmoment of de zeldzame keer dat ze wat langer doorslaapt.”
‘Ik ben gestopt met borstvoeding, maar heb spijt, wat nu?’ Lactatiekundige geeft advies