Fam: ‘Ik heb een hekel aan moeders die almaar opscheppen over hun kind’
Columnist Fam (what’s in a name) is getrouwd met Roger en heeft twee zoontjes: Lasse (5) en Perre (2). Is naast rasechte Limburgse (dus rijstvlaailover). Is docent Media en Marketing én communicatieadviseur. Neemt geen blad voor de mond en schrijft het liefste alsof ze praat met één van haar vriendinnen, zonder filter.
Column: Humblebragging
Ik heb een hekel aan moeders die almaar opscheppen over hun kind. Maar nog erger vind ik moeders die doen alsof ze niet opscheppen, maar het ondertussen wel doen. In het Engels hebben ze daar een mooi woord voor: humblebragging. Een voorbeeld: ‘Storm lust gewoon helemaal geen snoep. Krijgt hij op een feestje een zakje snoep mee, vraagt hij weer om een appel. Ja echt gênant hoor. Ik heb het met alle soorten snoep geprobeerd maar hij wil het gewoon echt niet. Ik kan geen appelsnijder meer zien.’
Of ‘ Marie Louise loopt al vanaf dat ze 10 maanden is. Ja ik had het liever nog wat uitgesteld. Echt vermoeiend hoor, achter zo’n kind aanrennen’.
En zo’n uitspraak volgt altijd als zij zien dat een ander kind dus juist niet kan waar zij over humblebraggen. Dus als ik zeg dat mijn zoon van ruim 3 categorisch weigert om het potje te gebruiken, zegt de humblebragging moeder iets als: Mark Pieter was al met anderhalf echt vies van z’n eigen luiers. Zó vervelend dat we nu elke keer haastig op zoek moeten naar een openbaar toilet…
Stiekem vinden zijn die moeders natuurlijk apetrots. Maar dat willen of durven ze dan niet te zeggen, wellicht omdat ze denken dat ze mij, moeder met ‘het mislukte kind’, daarmee kwetsen. Ofzo.
Zelf ben ik er in elk geval totaal niet van. Als ik wil opscheppen over mijn kind, dan doe ik dat gewoon. Hij is dan wel nog niet zindelijk, maar heeft zichzelf wel leren fietsen zonder zijwieltjes. Dat vertel ik tegen wie het maar wil horen. Moeders die niet ronduit willen zeggen dat hun kind iets kan dat het mijne niet kan, gaan ervan uit dat ik mijn kind vergelijk met het die van hen. Ze langs een meetlat leg. Maar dat weiger ik. Ieder kind kan sommige dingen goed, en andere niet. Of in elk geval minder goed. Evengoed ben ik apetrots op mijn kinderen. Daar is niks ‘humbles’ aan!