10 x dingen waarover kinderen altijd jokken
Vroeger zei mijn moeder altijd dat ik niet mocht jokken, want dan zou er een rood streepje op mijn voorhoofd verschijnen. Totdat ik op mijn achtste in het zwembad een achterwaartse salto maakte, verkeerd landde (lees: met m’n hoofd op de rand van het zwembad) en vanaf dat moment altijd een rood streepje op m’n voorhoofd had. For the record: dit is een waargebeurd verhaal.
Kinderen jokken nou eenmaal, hoe hard je het ook probeert te voorkomen. Niet per se uit kwade wil, maar omdat het in hun natuur zit. Hieronder een bloemlezing van zaken waarover kinderen – met name peuters en kleuters – bijna altijd jokken. Persoonlijk vind ik jokken een leuker woord dan liegen, omdat er nog enige onschuld in lijkt te zitten. Zo rond de puberteit wordt gebruik van het woord ‘liegen’ waarschijnlijk gepaster.
1. ‘Ik hoef niet te plassen’
Omdat ze altijd iets aan het doen zijn wat leuker is dan naar de wc moeten gaan, de broek laten zakken, plassen danwel poepen, bips afvegen, etc. En daarom zullen kinderen vrijwel altijd volmondig nee roepen als je ze vraagt of ze toevallig naar de wc moeten (want het staat op de benen te hupsen, heeft benen gekruist en grabbelt zenuwachtig met de handjes rond heuphoogte).
2. ‘Ik heb echt niet in mijn broek geplast’
Leugenaar. Zie #1.
3. ‘Ik heb m’n billen al afgeveegd’
Zes woorden: Mama doet het nog een keer.
4. ‘Ik heb m’n tanden heel goed gepoetst’
Zie #3.
5. ‘Ik ben niet moe’
Wacht maar tot je ze in bed legt. Zodra het hoofd het kussen raakt, zijn ze weg. Maar nee, ze zijn echt niet moe, het idee alleen al.
6. ‘Dat heb ik niet gedaan’
De vraag die hieraan voorafgegaan is kan variëren van ‘heb je je melk omgegooid?’, ‘heb je de tandpasta met een reden over de handdoek uitgesmeerd?’ Hoe het ook zij, het antwoord is vrijwel altijd ‘nee hoor, dat heb ik niet gedaan’ (inclusief semi-onschuldige blik).
7. ‘Dat heb ik wél gedaan’
En dan denk je: ‘wat fijn en eerlijk, ze geeft het toe’, maar dan ligt het toch nét even anders. ‘Heb je je tanden al gepoetst? Ja mama, dat heb ik al gedaan. Maar waarom is de tandenborstel dan nog gortdroog?’ Of: ‘Heb je je boterham nog niet opgegeten? Ja mama, dat heb ik wel gedaan.’ Om die avond op de bodem van de prullenbak de bewuste boterham terug te vinden.
8. ‘Van papa mocht het wel’
Niets van waar, etterbak.
9. ‘Ik heb je niet gehoord’
Dat we over vijf minuten gaan eten, over een kwartier echt weg moeten uit Tun Fun of dat ze vooral niet met haar modderlaarzen binnen moet komen – dat hebben ze allemaal heel toevallig god wat ontzettend jammer net niet gehoord.
10. ‘Ik weet niet hoe het moet’
Vaak van toepassing op basale zaken als een jas aan de kapstok ophangen, kleding in de wasmand leggen of een leeg bord naar de keuken brengen. Nee, dat is ook verdomd ingewikkeld. Maar zo’n iPad ontgrendelen, naar het juiste scherm navigeren en dan ook nog precies het juiste filmpje aanklikken, daarvoor hebben ze allemaal net precies de juiste vaardigheden in huis.
De eerlijkheid (!) gebiedt ons te zeggen dat we er zelf ook niet bepaald vies van zijn: 14 x leugentjes (al dan niet om bestwil) die bijna elke ouder z’n kind wijsmaakt