‘De liefdevolle strubbeling gaat door, de schrijfsels stoppen’
Het was een mooie zonnige middag in Kaapstad, waarop Muriel mij onder het genot van een kop koffie vroeg of ik voor Famme wilde schrijven. Ik, kersverse moeder van een dochter van toen een half jaar jong, wilde dat wel. Vandaag, bijna op de dag af drie jaar geleden, is mijn laatste dag voor Famme.
Drie jaar lang schreef ik over wat ik meemaakte als moeder van die immer groeiende dochter. Zelden schuwde ik de eerlijkheid: zo schreef ik vrij open over mijn moeilijke eerste jaar als moeder, waarin ik moest zoeken naar evenwicht, rust en vooral berusting in talloze zaken. Het duurde even voordat ik erachter kwam dat ik nooit de perfecte moeder ging zijn die ik van te voren hoopte (dacht?) te zijn. En dat ik daar eigenlijk vooral heel blij om moest zijn.
Inspiratie alom
Dat had – heeft – alles te maken met mijn lichte neiging tot controlfreakerigheid, waar ik ook meer dan eens over uitwijdde. Vaak met een dosis zelfspot en niet-doorsnee-gevoel-voor-humor; mijn tweede natuur én handelsmerk. Helaas werd die niet altijd door elke lezeres begrepen en/of gewaardeerd, kwam ik in de loop der tijd achter. Maar dat vormde dan weer voldoende inspiratie tot nieuwe artikelen: dat sarcastische mensen intelligenter zijn, bijvoorbeeld, maar ook over het levensgevaarlijke beroep dat bloggen heet. Om nog maar te zwijgen over schrijven over taalfouten, iets wat ik bijna net zo graag doe als schrijven over het moederschap.
Eén-kind-politiek
Iets minder gevaarlijk, maar wel op het randje: openlijk zeggen dat je ‘maar’ één kind wil. Ik schreef er met enige regelmaat over: vermoedelijk deels om het voor mezelf op een rijtje te krijgen en goed te praten, maar zeker ook om aandacht en vooral begrip te vragen voor deze bewuste vorm van één-kind-politiek.
‘Mama, mag het licht aan?’
Want aan dat ene, allerliefste kind heb ik het merendeel van de tijd mijn handen best wel vol. Begrijp me niet verkeerd: dat vind ik een feest. Mijn dochter is namelijk het liefste, grappigste, leukste, knapste, meest eigenwijze en vooral het meest unieke wezen dat ik ooit heb ontmoet. Elke avond als ik ga slapen verheug ik me alweer op het moment waarop ik ‘s morgens wakker word en ze naast m’n bed staat, pop Bep in de hand, verwarde haardos, met een zacht stemmetje vragend of het licht in haar kamer aan mag zodat ze kan spelen. Of nóg beter: wanneer ze op volle toeren naar onze slaapkamer rent, bij me in bed kruipt en vraagt of ik lekker geslapen heb. Dan kan ik haar wel opeten, zoveel hou ik van ‘r.
Twijfels en spinsels
Wat niet wegneemt dat ik ook bijna elke avond even aan mezelf twijfel. Had ik wel genoeg geduld voor haar vandaag? Had ik niet meer met haar moeten spelen? Heb ik wel genoeg van haar genoten? Het zijn de hersenspinsels en twijfels waar ongetwijfeld alle moeders af en toe mee worstelen. Toch?
Voor mij gaat de liefdevolle strubbeling onverminderd door, maar mijn schrijfsels voor Famme stoppen. Het was me een waar genoegen.