8 x de leukste en lastigste fases in het leven van een peuter
Peuters zijn lief, grappig en echte wereldontdekkers. Daarnaast zijn ze ook koppig, stronteigenwijs en zuigen ze regelmatig alle energie uit je. Hoe mooi dat die dingen allemaal naast elkaar kunnen bestaan?
Een peuter maakt meerdere fases door; de een leuker dan de andere. Hieronder vind je een kleine bloemlezing van de fases die je tegenkomt vanaf het moment dat je peuter pak ‘m beet twee is, aanhoudend tot ongeveer de vierde verjaardag. Enjoy!
1. De alles-is-nee-fase
Bij veel peuters begint deze al ruim voordat de twee aangetikt is, zo ongeveer vanaf het moment dat het woord ‘nee’ is doorgedrongen tot de vocabulaire. In te zetten op vrijwel elk moment (Jonas, eet je boterham op; Jonas, mama gaat even je jas aandoen; Jonas, ze je oma even gedag? Jonas wil je…? NEEEEEEEE.
2. De zindelijkheidstrainingfase
Wanneer je eraan begint moet je helemaal zelf weten, maar de meeste ouders wagen zich er in de peutertijd aan: je kind zindelijk proberen te maken, in ieder geval overdag. Maar om vaarwel te kunnen zeggen tegen luiers, is het vaak onvermijdelijk dat je een aantal andere zaken welkom heet, zoals stickervellen, cadeautjes hier, een heleboel geduld en daar en een buslading aan complimenten. En ja, daar hoort chantage af en toe ook bij, maar dat noemen we dan uiteraard ‘belonen’.
Tip: begin er vooral niet te vroeg mee. Lees: het gevaar dat je kind te vroeg zindelijk willen maken heet.
3. De ik-klim-zelf-uit-mijn-bed-fase
Je kan het je in het begin haast niet voorstellen als zo’n lief, weerloos baby’je op de hoogste stand in de wieg ligt te slapen, maar er komt een dag dat ze er zelf uit kan klimmen. Eerst heb je nog een tweetal tussenfases, en in het begin vinden we het heel grappig en knap dat ze zelf rechtop gaat staan en nieuwsgierig om zich heen tuurt. Totdat je je die ene ochtend het leplazarus schrikt omdat mevrouw eigenhandig uit bed geklommen is en gezellig naar jullie slaapkamer getrippeld is. Tijd voor een ritje naar Ikea.
4. De dat-lus-ik-niet-fase
Los van het feit dat ik enige moeite heb met het woord ‘lussen’ (die zitten namelijk in veters), had mijn dochter er geen enkele moeite mee dat woord regelmatig te bezigen. Zo ongeveer drie keer per dag, wanneer er tijdens een maaltijd iets anders voorgeschoven werd dan wat ze kende. Wat de boer niet kent, lust ze per definitie niet. Iets met een aanhouder die er uiteindelijk met de glorieuze overwinning vandoor gaat, maar allerminst zonder slag of stoot.
5. De peuter-krijgt-een-mening-fase
De eerste periode is het peutervocabulaire nog te beperkt om het echt een mening te noemen (zie #1), maar op een gegeven moment is de beer los. Lees: dan heeft het overal een mening over en vooral ook de woorden om die expliciet kenbaar te maken.
6. De driftbuifase
Hier zijn al boeken en websites (waaronder Famme.nl) over volgeschreven, dus we houden het kort: veel plezier ermee.
7. De alles-gaat-voorbij-fase
‘This too shall pass’
– wat mij betreft een helpende gedachte op bijna alle lastige momenten die het leven voor je voeten werpt. En al helemaal in de peuterpubertijd.
8. De waarom-is-het-al-bijna-voorbij-fase
Die onherroepelijk elke ouder doormaakt zo tegen het eind van de peutertijd. Met andere woorden: geniet er met volle teugen van!