Redactie Kinderen 24 nov 2018, 08:00

Leestijd: 3 minuten

7 x waarom de peuterjaren geweldig zijn (ook al vervloek je ze soms)

De terrible twos, ‘twee is nee’ en hallelujah, wanneer is mijn kind eindelijk threenager-af? Er valt genoeg te klagen, frustreren en huilen tijdens de peutertijd. Maar vergis je niet: voor je het weet zijn ze voorbij. En dan pas realiseer je je dat de peuterjaren misschien wel de leukste fase uit het leven van je kind zijn.

1. Peuterstemmetjes zijn allerliefst

Lief, zacht en met talloze zelfbedachte woorden en versprekingen die niemand anders begrijpt dan jij. Soms zou je hopen dat ze nooit echt leren praten, en al helemaal niet op een andere toonhoogte.

2. Discussiëren met peuters is vermoeiend, maar lang niet zo vermoeiend als met pubers

Peuters hebben geen enkel gevoel voor logica, redelijkheid of consistentie. Dat maakt met ze discussiëren vaak een kansloze missie, maar wel eentje waar je – vaak achteraf – enorm om kunt lachen. Wat niet gezegd worden van discussies met pubers.

3. Voor peuters is de wereld één grote ontdekkingstocht

Nee, dan later, dan denken ze dat ze de wijsheid in pacht hebben. Peuters niet, die zuigen de wereld in ze op als een spons – en verbazen zich over alles wat ze zien en niet meteen kunnen rijmen.

4. Natuurlijk heb je zorgen om je peuter, maar dat zijn geen ‘echte’ zorgen

‘Wordt ‘ie ooit ‘s nachts ook zindelijk?’ ‘Gaat ze zich redden op de basisschool?’ ‘Zou het nog goedkomen tussen groenten en hem?’ Allemaal dingen waar de ouder van een gemiddelde peuter zich regelmatig druk om maakt. Ook al lijken het op dat moment problemen van grote omvang, wacht maar tot je peuter een puber geworden is: ‘Ze zal toch niet (teveel) drinken vanavond?’, ‘Ik vertrouw dat hormonale buurjoch voor geen meter’ en ‘het zou toch leuk zijn als ‘ie dit jaar niet voor de derde keer blijft zitten’. In dat licht maakt die extra maand luiers weinig uit, en bijna elk kind vindt het na een week of twee heerlijk op school.

5. Belangrijker: peuters hebben geen (echte) zorgen

Behalve dat er elke dag momenten zijn waarop ze moeten stoppen met waar ze mee bezig zijn en dat dat natuurlijk gelijk staat aan een catastrofe, evenals het onvermijdelijke moment waarop ze moeten gaan slapen (catastrofe in kwadraat). Maar vergeet vooral niet regelmatig naar je peuterkind te kijken en je te realiseren dat het leven voor hen nooit meer zo zorgeloos zal zijn als nu.

6. Peuters vinden het fijn als je bij ze in bed komt liggen

Sterker nog: dat eist mevrouw vrijwel elke avond voor het slapengaan: of mama nog even bij haar komt liggen. En terwijl ik eigenlijk stiekem ook wel zin heb in thee, chocola en Netflix op de bank beneden, realiseer ik me dat er een dag komt waarop ik waarschijnlijk niet eens in de buurt van haar slaapkamer mag – of wil – komen. Hetzelfde geldt voor knuffelen en op schoot zitten.

7. Peuters hebben je nodig

Regelmatig verzucht ik ‘of ze dat even aan papa kan vragen’, waarna ze zich toch weer tot mij – mahamááááá! – went. En stiekem vind ik dat eigenlijk het allerfijnste wat er is: het idee dat ze me nodig heeft, en het liefst altijd in haar buurt heeft. Lang leve de peuterjaren!