‘6 lessen die ik leerde toen ik met mijn zoon naar de andere kant van de wereld vloog’
Voor de New Yorkse Rachel was naar Parijs vliegen met haar man en hun pasgeboren zoon ongeveer hetzelfde als wij van Amsterdam naar Sydney vliegen. Een pokke-end. En dan ook nog eens een pokke-end met een huilende baby. Hoe overleef je dat?
Doorgewinterde reizigers
‘Pas toen we op JFK Airport stonden, besefte ik waar we mee bezig waren. Met tien stuks bagage in onze hand namen mijn man en ik onze zeven maanden oude baby mee naar Parijs en Duitsland voor tien dagen vakantie. De trip was al gepland tijdens mijn zwangerschapsverlof. We waren doorgewinterde reizigers. Waarom zou dat moeten veranderen nu we een kind hebben?
De reis was zo geboekt en een halfjaar later stonden we met z’n drietjes voor de gate van Air France. Hadden we ons voorbereid op het feit dat onze zoon niet in een tel zou slapen? Dat hij het reizigersbedje zou weigeren? Dat hij uit het niks koorts zou krijgen? Nee.
Hebben we het overleefd? Ja. En het heeft me een betere moeder gemaakt. Dit is waarom:
1. Ik heb geleerd op mijn instinct te vertrouwen
Iedereen zegt dat als je moeder bent geworden, dat moederinstinct vanzelf komt. Maar ook al had ik de afgelopen zeven maanden alleen met m’n zoon doorgebracht, ik leunde nog steeds op de wetenschap van experts (boeken, de huisarts, Google) voor allerlei dingen. Van constipatie tot hoe je een dagelijkse routine ontwikkelt. In Parijs kon ik door het tijdsverschil niet zomaar even een vriendin bellen. Toen mijn zoon op een avond huileriger was dan normaal, ontdekte ik dat hij koorts had door mijn hand op zijn voorhoofd te leggen in plaats van een thermometer te gebruiken. Een moederlijke superkracht die ik bij anderen had gezien, maar daarvoor nog nooit zelf had ervaren.
2. Hoe ik relaxter kon doen over het slaapschema
Pre-Parijs was ik urenlang geobsedeerd over slaap. Om specifieker te zijn: dutjes. Onderweg in Frankrijk moest ik dat loslaten. Toen mijn zoon tijdens het opstijgen in slaap viel werd hij een uur later vrolijk wakker door het gerinkel van bestek aan boord. Op dat moment kon ik daar weinig aan doen. Moest hij huilen? Nee. Was hij blij dat de verduisterende gordijnen in zijn babykamer waren vervangen door het ‘fasten seatbelts’ lichtje? Ook niet. Maar net toen ik vreesde dat hij nooit meer zou slapen, viel hij in slaap in zijn bedje om drie uur lang door te slapen.
3. Dat ik overal borstvoeding kan geven
Het is niet dat ik iets heb tegen borstvoeding in het openbaar. Thuis in New York probeerde ik het alleen altijd te doen voordat ik het huis uit moest. In Parijs waren we altijd onderweg. In een musuem, in het park, in wijken die een lange metrorit van ons appartement verwijderd waren. Ik heb borstvoeding gegeven aan de Seine en op het perron van Gare du Nord. Ik heb zelfs borstvoeding gegeven aan de voet van de Eiffeltoren. Op een gegeven moment trok ik m’n shirt omhoog zonder te knipperen. Ik gebruikte niet eens meer een doek om het te bedekken.
4. Niets hield me tegen om me uit te spreken
Een andere ouderwijsheid die ik vaak te horen kreeg is dat je een fierce Mama Beer wordt. Destijds vond ik dat cheesy. In Parijs ondervond ik het aan den lijve. Zoals toen een onbeschofte Amerikaanse toerist blafte dat ik m’n baby onder controle moest houden toen mijn zoon – door een jetlag- ‘s nachts huilde. Ik troostte mijn zoon en deed daarna beklag bij het hotel dat claime ‘gezinsvriendelijk’ te zijn.
5. En dat als puntje bij paaltje komt, ik kalm blijf
Stress is besmettelijk. Vooral tussen een moeder en haar baby. Als ik me in Parijs in een situatie bevond waardoor mijn hartslag omhoog ging – de koorts, treinvertraging, een hobbelige draaimolenrit – was ik verrast om mijn focus om kalm te blijven. En toen mijn zoon daar een voorbeeld aan nam, begon de magie pas echt.
6. Ik leerde dat het tijdverschil de beste vriend van een moeder kan zijn
Voor ons was leven in een Franse tijdzonde bevorderlijk voor alles wat we wilden doen. Om half 9 ‘s avonds dineerden we in een chic café (thuis was het half 3 ‘s middags), namen we onze zoon ‘s avonds laat mee naar de knipperende lichtjes in de Eiffeltoren. We sliepen uit tot 8 uur, soms 9 uur ‘s ochtends met een baby die thuis om 5 uur ‘s ochtends wakker wordt. Natuurlijk duurde het een paar dagen om over de jetlag heen te komen, maar daarna was het geweldig. En zijn we vastberaden opnieuw te gaan reizen.’
Zou jij een verre reis maken met een baby? Waarom wel/niet? Deel je verhaal op ons Mama Forum!