Hoe vriendelijkheid je hersenen veranderen, volgens nieuw onderzoek
Aardig zijn en anderen helpen is een goede manier om je humeur een boost te geven. Een nieuw onderzoek heeft nu ook ontdekt hoe vriendelijkheid er in de hersenen uitziet – en dat is ingewikkelder dan verwacht.
De wetenschappers achter de studie ontdekten dat er twee verschillende soorten vriendelijkheid zijn en ze verschijnen op verschillende manieren in de hersenen. En dat heeft veel intrigerende implicaties voor hoe we de warme gloed van aardig zijn voor iemand anders begrijpen.
Het onderzoek
De onderzoekers keken naar 36 verschillende studies over vriendelijkheid, waarbij 1150 afzonderlijke deelnemers hun hersenen hadden laten scannen, terwijl ze iets edelmoedige deden, dachten aan altruïsme of een andere actie die de ‘goedheid’-centra van de hersenen op gang bracht. De onderzoekers verdeelden de studies in de soorten vriendelijkheid die te zien was. Type één is ‘strategische’ vriendelijkheid, waarbij je een daad van vrijgevigheid uitvoert voor iemand in de hoop dat je er iets voor terug krijgt: ‘Ik ga je rug kriebelen, als jij de mijne kriebelt.’ Type twee is ‘altruïstisch’, waarbij je goed doet zonder beloning in zicht, maar het doet voor de feel-good-factor.
En de feel-good-factor is echt een dingetje. Altruïstische en strategische vriendelijkheid zorgen ervoor dat er verschillende delen in de hersenen worden geactiveerd. Als je strategische vriendelijkheid uitvoert, lichten de striatale gebieden van de hersenen (die gevoelens van beloning geven) op en krijg je een stroom van positieve gevoelens. Als je vrijgevig bent zonder iets terug te willen, geven de hersenen je ook beloningsbelangen.
Altruïsme, zo ontdekten de onderzoekers, verlicht een heel spectrum van de hersenen. Het gebruikt ook de striatale gebieden, maar het activeert ook de subgenuele anterior cingulate cortext (perfect galgje-woord), wat ons een geluksgevoel geeft.
Een ander gebied dat veel activiteit vertont waneer we vriendelijk zijn is de ventromediale prefontale correct, die onze besluitvorming beïnvloedt en een cruciaal onderdeel is bij het nemen van empathische beslissingen die ons met anderen verbinden. Wanneer je besluit een kat uit het asiel te halen of geld aan een goed doel schenkt, is dat je ventromediale prefrontale cortext die spreekt 😉
De combinatie is heel krachtig en produceert een heel andere gloed van geluk en welzijn dan strategische vriendelijkheid. Geven vanuit vrijgevigheid, zo blijkt, lijkt in feite niet erg op het gebruik van vriendelijkheid als een soort transactie.