Welke controles doet de verloskundige bij je baby vlak na de bevalling?

Als je baby geboren is, kan er nogal wat op je af komen. Sowieso is een baby erbij al een hele verandering, komt er heel veel informatie op je af en gebeurt er ook van alles met jou en je baby.

Het is dan ook handig om voor je bevalling voorbereid te zijn op de dingen die na de geboorte van je baby op je afkomen. Zoals de controles die de verloskundige of kraamverzorgende bij je baby zal doen.

6 x controles die de verloskundige bij je baby uitvoert

Er wordt van alles gedaan om de gezondheid van je kindje in de gaten te houden.

1. De Apgar-score wordt bepaald

Om de Apgar-score te bepalen kijkt de verloskundige naar de ademhaling van je baby, naar zijn spierspanning zoals het bewegen met armen en beentjes, naar de reflexen, zoals reacties op prikkels aan licht en geluid, naar de huidskleur en ze checkt de hartslag.

Voor elk punt zijn scores te behalen en aan de hand daarvan weet je verloskundige of je baby in een goede conditie verkeert.

2. De moro-reflex

Om de schrikreflex van je baby te testen voert de verloskundige de zogeheten moro-reflex uit: bij deze test laat ze je baby een beetje naar achter vallen, om hem of haar te laten schrikken.

De bedoeling is dat hij of zij op dat moment zijn armen en benen spreidt, vaak opent het kindje ook de handen. Dit betekent een goede reflex.

3. Je baby wordt gewogen

Als je baby geboren is en lekker bij jou gelegen heeft, is het even later tijd om hem of haar te wegen. Dit is belangrijk, omdat het gewicht de komende dagen goed in de gaten gehouden wordt.

Hij of zij mag namelijk 10% van zijn geboortegewicht verliezen in de eerste dagen. Dit is normaal. In je kraamweek wordt hij of zij vervolgens nog een aantal keer gewogen om dit te controleren.

4. De temperatuur van je baby wordt gecheckt

De temperatuur wordt opgemeten, omdat baby’s die zelf nog lastig kunnen reguleren. Dit wordt gedurende de hele kraamweek gemeten en in de gaten gehouden.

5. De hielprik

In de eerste week na de geboorte van je baby krijgt hij of zij een prikje in het hieltje om bloed af te nemen. Dit bloed wordt onderzocht op verschillende aandoeningen die gemakkelijk op te sporen zijn en eventueel ook behandeld kunnen worden.

Ze komen niet vaak voor, maar het is goed om er snel bij te zijn als je baby wel één van de aandoeningen heeft.

6. De gehoortest

Vaak tegelijkertijd met de hielprik, wordt ook de gehoortest afgenomen. Bij deze test wordt gekeken of je baby goed kan horen. Deze test wordt, net als de hielprik, meestal uitgevoerd door een medewerker van de jeugdgezondsheidszorg die hiervoor bij jullie thuis komt.

Lees ook:

• Kouder buiten? Zo blijft jouw baby goed op temperatuur
• Bevallingsverhaal Marije: ‘Ik had het gevoel dat pijnstilling me een zwakkeling zou maken’

De eerste uren