Japke Janneke: ‘Geen eicel in mij die voelt dat ik dit nog een keer zou willen’

Columns Japke Janneke Sybesma 21 feb 2023
Leestijd: 4 minuten

”Er lijkt een soort taboe op te rusten: bewust maar één kind ”willen”. Maar waarom eigenlijk? En waarom kies je bewust voor een tweede, derde, vierde of misschien wel vijfde? Het is een vraag die me de laatste tijd bezighoudt.

Afgelopen week was ik op de Negenmaandenbeurs. Het is dé plek voor aanstaande ouders, zwangere vrouwen of kersverse ouders. Vorig jaar was ik ook aanwezig.

Eén kind

Toen was ik net moeder van Len, maar nu hij ruim een jaar is, liep ik er heel anders rond. De meeste hallen kon ik overslaan. Len zit niet meer aan de babyhapjes. Hij is letterlijk en figuurlijk al lang en breed uit de newborn kleding gegroeid en ons wagenpark is inmiddels groot genoeg. De tijd van borstkolven, flessen en hydrofielen ligt (godzijdank) ver achter ons. Ik merkte dat ik opgelucht was. Die tijd mis ik als een boer met kiespijn. Al eerder schreef ik dat ik geen babymoeder ben. Hoe ouder Len wordt, hoe leuker ik het begin te vinden.

Maar ja, die ene vraag, waar ik ook al eens een column over schreef, krijg ik nog steeds weleens. Willen jullie geen broertje of zusje voor Len? Om maar meteen te beginnen over de vraagstelling: gaat het hier over Len? Of over ons als ouders? Ten eerste kan Len zelf helemaal nog niet aangeven of hij een broertje of zusje zou willen. Misschien zit hij daar helemaal niet op te wachten.

Voor wie?

Daarnaast vraag ik me ook heel erg af wat een beweegreden is voor een tweede (of derde, vierde, vijfde…) kind. Voor wie doe je dat? Is dat echt omdat het zo leuk is voor Len? Is dat dan ook de taak in het leven van die tweede? Je bent op de wereld gezet, zodat Len een broertje of zusje heeft? Dat zou voor mij heel gek voelen.

Natuurlijk snap ik ook wel dat er meerdere redenen zullen zijn voor ouders om te gaan voor een volgende baby. Althans, dat hoop ik wel. Kijk: die eerste snap ik en voel ik echt goed. Ik heb dat zelf meegemaakt. Kai en ik voelden beiden heel sterk aan: wij willen ouders worden. Wij willen een gezinnetje stichten. En veel moeders zullen dit misschien herkennen: het was bij mij een oergevoel. Het was iets dat bijna niet in woorden uit te drukken is. Misschien zijn het gewoon de spreekwoordelijke rammelende eierstokken geweest. Wat het ook was: ik voelde het.

Dankbaar

Nu we mega trotse ouders zijn van Len, ben ik daar ontzettend dankbaar voor. Wij hebben een gezond en gelukkig kind op de wereld mogen zetten. Wauw! We voelen dagelijks zoveel liefde voor hem en hebben een intense en bijzondere band. Toch is er geen eicel in mij die voelt dat ik dat nog een keer zou willen. Ik heb (op dit moment) genoeg aan de liefde voor Len. En natuurlijk gun ik Len ook een broertje of zusje. Ik heb zelf een oudere broer en weet hoe leuk en fijn dat kan zijn. Toch is dit voor mij geen (goede) reden om aan een tweede te beginnen.

Daarnaast is er nog iets met gezinsuitbreiding. Het is iets waarvan ik denk dat er nog een taboe op heerst. Nu Len dag voor dag en stukje bij beetje zelfstandiger wordt, krijgen wij tegelijkertijd als ouders meer vrijheid. Na een lange zwangerschap, heftige kraamtijd en eerste jaar met kind, kan ik eindelijk zeggen dat ik me weer een beetje mezelf voel. Ik heb weer zin om dingen te ondernemen. Niet alleen op sportief gebied, maar ook in m’n werk heb ik zin om stappen te zetten en mezelf weer uit te dagen.

Egoïstisch

Ik zie het ook bij Kai. Hij is vorig jaar voor zichzelf begonnen als freelance designer en heeft de ene na de andere toffe klus. Daarnaast heeft hij ook op sportief gebied hele mooie uitdagingen en doelen gesteld, waarvoor hij dagelijks aan het trainen is. Iets dat nu allemaal kan, omdat Len wat zelfstandiger wordt.

Het klinkt misschien egoïstisch, maar anderzijds is het ook egoïstisch om een kind op de wereld te zetten voor Len. Uiteindelijk leeft iedereen voor zichzelf. Ik denk daarnaast dat Kai en ik veel leukere, gelukkigere en betere ouders voor Len kunnen zijn als we ook de dingen kunnen doen die we zelf belangrijk vinden. Tot slot ben ik ook mega dankbaar dát we een gezond en gelukkig jongetje op de wereld konden zetten. Dat is niet vanzelfsprekend. Is dat niet gewoon voldoende voor ons? Voor mij?

Bewust

Het houdt me bezig. Hiermee wil ik een volgend kindje absoluut niet uitsluiten. Het is gewoon een thema waar Kai en ik heel eerlijk en open over praten. We willen heel bewust keuzes maken. En nu is dat allemaal nog rationeel, omdat ik die oerdrang naar een tweede kindje niet voel. Het is er niet. En zolang dat gevoel er niet is, zal het er ook niet komen. We zijn gelukkig met z’n drieën op dit moment. En dat is oké. Ik mag in m’n handjes knijpen met die twee prachtige mannen in m’n gezin. Twee mannen waar ik zielsveel van houd. Daar ben ik dagelijks mega dankbaar voor.”

‘Wanneer Len z’n zin niet krijgt, begint hij met z’n pruillip heel theatraal te jammeren’

 

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Iedere zaterdag het beste van Famme in je mailbox

Een goed begin van je weekend met de mooiste verhalen van Famme