Het bijzondere leven van kindercoach Fabian (25): ‘Papa is uitbehandeld’

Persoonlijk Valéry de Voijs 14 feb 2022
Leestijd: 6 minuten

Fabian Soeterbroek (25) haalt tegenwoordig ontzettend veel voldoening uit zijn werk, maar zijn weg ernaartoe is niet altijd rooskleurig geweest. Hij is geadopteerd, verloor als jong jochie z’n vader en had leerproblemen op school.

Van ‘dat jongetje dat altijd anders was’ tot aan harde werker in de meest luxe sterrenrestaurants: het leven van deze kindercoach zal je inspireren.

Geadopteerd uit Colombia

“Mijn biologische moeder komt uit Colombia. Ze heeft mij gekregen toen ze achttien was, maar door haar financiële problemen heeft ze me naar een kindertehuis gebracht. Ik was vier maanden oud toen ik geadopteerd werd door mijn Nederlandse ouders. Daar keken mensen zo’n 25 jaar geleden heel anders naar dan nu. Ze vonden het raar, en vroegen aan mijn ouders: “Kunnen jullie zelf geen kinderen krijgen dan?” Maar dat was bij mijn ouders niet het geval.

Eigenlijk sta je als geadopteerd kind met 1-0 achter. Tenminste, dat heb ik altijd zo gevoeld. Op school was ik ook ‘anders’. Ik had concentratieproblemen, moeite met leren, dyslexie, en andere gedragsproblemen. In groep drie kregen mijn ouders dan ook het advies om mij naar een speciaal onderwijs te laten gaan. Iedere ochtend werd ik opgehaald door een busje. Dat voelde niet fijn. Ik voelde me apart van de rest. Ik was weer ‘anders’.

In groep drie veranderde veel. Ik switchte niet alleen van school, maar ook kreeg ik te horen dat mijn vader ernstig ziek werd. Dat sloeg enorm in. Want hij was… nee, hij is nog steeds mijn allerbeste vriend. Maar als je als jong kind je vader aan de chemo ziet snap je nog niet wat er aan de hand is.

Papa is uitbehandeld

Op een dag kwam ik thuis van school. Mijn ouders zaten aan de keukentafel. Samen brachten ze het nieuws: “Papa is uitbehandeld. De dokters kunnen niets meer voor hem doen”. Dan stort je wereld in. We zijn meteen met een vriendje naar de dierentuin gegaan. Als afleiding.

Uiteindelijk ging ie dood, om het maar op z’n plat Rotterdams te zeggen. Dat was een hele rollercoaster. Gelukkig had ik veel steun aan mijn moeder: zij was mijn steun en toeverlaat. Op school had ik een lieve juf, en mocht ik in de hoek van het klaslokaal een foto neerzetten en iedere dag een kaarsje branden.

De leraar gooide me op de grond

Toch was ik nogal tegendraads op school. Eén incident kan ik nog goed herinneren. Alle leerlingen moesten de tassen en jassen altijd op de gang laten. Maar ik was eigenwijs, en nam mijn jas en tas gewoon mee het klaslokaal in. Mijn leraar zag dat en hij sprak mij daar een paar keer op aan. Uiteindelijk ben ik kwaad de gang op gerend. De leraar kwam achter me aan, greep me bij mijn kraag en gooide me op de grond. Ik kreeg een gigantische bult op mijn hoofd. Al mijn klasgenootjes zagen dat en waren enorm geschrokken.

In groep acht moesten alle scholieren een CITO-toets maken. Maar nee: ‘Fabian moest weer een uitzondering zijn. Fabian had weer leerproblemen, dus Fabian kreeg de NIO-toets.’ Uit die toets kwam dat ik naar het vmbo moest. Ik dacht bij mezelf, what the fuck? Al mijn klasgenootjes gingen naar dezelfde school en ik was de enige die weer naar een andere school moest. Wéér voelde ik me anders.

Je moet in jezelf blijven geloven

Ik ging naar het Beroepscollege waar ik een vooropleiding volgde tot koksassistent. Daar heb ik een knop omgedraaid. Ik dacht bij mezelf: Fab, luister. Je kunt nu doorgaan in deze vibe, of je kunt er een positieve draai aangeven. En dat is precies wat ik heb gedaan. Er viel een druk van me af en ik had enorm geluk met een hele fijne mentor. Ik kan haar nog heel goed herinneren. Ze zei tegen me: ‘We gaan aan jouw zelfvertrouwen werken. Want jij kan dit. Je moet in jezelf blijven geloven.’

Samen stelden we een aantal doelen die ik in de aankomende vijf jaar moest behalen. Als ik die zou halen, zou m’n mentor mij uit eten nemen. En dát motiveerde me. Eindelijk had ik een doel! Ik was verzot op koken, eten, en alles wat er met de keuken te maken had. En die doelen behaalde ik. Het was me geflikt: ik mocht naar MBO1! Eindelijk was ik niet meer ‘apart’ en hoorde ik bij de rest.

Meegedraaid bij sterrenrestaurants

Daar volgde de opleiding tot zelfstandig koksassistent. Dat was bikkelen. Ik kwam namelijk in de klas met ongemotiveerde leerlingen en had geen mentor meer die in mij geloofde. Ik moest het uit mezelf halen. Toch liet ik me niet kennen, en werkte me suf.

Tijdens mijn stages leerde ik de horeca pas écht kennen. Ik draaide mee bij Wijnbar 108: the place to be in Rotterdam. Ik voelde me op mijn plek, en luisterde naar de chef. Ook bij Zeezout heb ik veel geleerd. Dit was op hoog niveau koken, en dat sprak me aan. Op niveau 3 wilde ik alles uit mezelf halen en heb ik een aantal sterrenrestaurants benaderd. Ik heb meegedraaid bij het Wereldmuseum (1 Michellinster) en Balluga (2 sterren). Dat was een prachtige ervaring!

Wat een nietsnut

Na mijn opleiding ben ik als zelfstandig kok bij Vandal gaan werken. Nu waren de rollen omgedraaid en moest ik stagiaires gaan begeleiden in plaats van andersom. Daar merkte ik dat men altijd een verwachtingspatroon bij een stagiaire heeft. Je denkt dat een stagiaire bepaalde dingen zou moeten kunnen. Als een student die verwachtingen niet waar kon maken werd er in de keuken gezegd: ‘Wat een nietsnut, waarom kan hij dat niet?’ En daar raakt zo’n stagiaire ook niet gemotiveerd van. Het werkt alleen maar averechts.

Ik dacht: hier moet ik iets mee doen. Ik ben gastcollege’s en presentaties gaan geven op scholen waar ik mijn ervaring vertelde en tips gaf. Die presentaties sloegen enorm aan! Ik ben begonnen met een opleiding tot kindercoach en tegelijkertijd liep ik mee bij De Harde Leerschool, een re-integratie programma in Rotterdam waar mensen zes weken gedrild worden om weer terug in de maatschappij te gaan. Super uitdagend, want hoe motiveer je iemand die geen zin heeft om dingen te doen die er van hem verwacht worden?

Ik kwam in contact met twee ondernemers. Zij waren bezig met een start-up: een bedrijf voor mensen met een licht verstandelijke beperking, en ze zochten begeleiders. Toen ging het licht aan. Dát wilde ik doen. Ondertussen heb ik drie cliënten onder mij, en werk ik fulltime. Ik voel me nuttig. Dit is iets waar ik anderen écht mee kan helpen.”

Kindercoach Rebecca: ‘Ik krijg afkeurende blikken van ouders en ik schaam me’

 

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Iedere zaterdag het beste van Famme in je mailbox

Een goed begin van je weekend met de mooiste verhalen van Famme