Een onregelmatige cyclus, hoe zit dat eigenlijk? Tips van een verloskundige
Hoe zit dat nou, een onregelmatige cyclus? En bestaat een regelmatige cyclus wel? Want elk lichaam is anders en reageert anders. Bovendien kan je cyclus veranderen door ziekte of stress, doordat je veel bent afgevallen of aangekomen. Of door veel of juist niet sporten en door nog veel meer factoren. Niet elke maand op dezelfde dag ongesteld worden, betekent dus niet automatisch dat je een onregelmatige cyclus hebt.
We zetten de feiten over een onregelmatige cyclus voor je op een rij, met daarbij tips van verloskundige Marlies Koers.
Onregelmatige cyclus herkennen
Gemiddeld duurt een cyclus achtentwintig dagen, met op de veertiende dag een eisprong, zo leren we op school. Maar, dat is maar bij 12 procent van de vrouwen het geval, laat Koers weten. Bij de meeste vrouwen zitten er eenentwintig tot vijfendertig dagen tussen de eerste dag van elke ongesteldheid. Je cyclus begint op de eerste dag dat je ongesteld bent. Spotting (slechts een paar drupjes bloedverlies) in de dagen daarvoor telt daarbij niet mee: het bloed moet echt stromen.
Iedereen is anders ongesteld. De één maar een paar dagen, de ander soms wel een week lang. Dat kan zelfs per persoon per cyclus variëren. Zoals Koers zegt: “Je bent geen robot dus je cyclus kan ook variëren als je net terug bent van vakantie, als je alcohol hebt gedronken, ziek bent geweest of medicijnen hebt geslikt.” Dit verschilt dus heel erg. De tweede helft van je cyclus is bij bijna iedereen gelijk: “De tijd na de eisprong tot de menstruatie is bijna altijd veertien dagen”, zo vertelt Koers. Wil je zwanger worden en dus weten wanneer je eisprong precies is, dan is het zinvol om je cyclus een tijdje bij te houden. Dan kan je daar beter op inspelen.
Een onregelmatige cyclus heb je wanneer: je cyclus korter dan die eenentwintig dagen is of juist langer dan de vijfendertig dagen. Wanneer je altijd regelmatig ongesteld was en nu opeens niet meer. Of wanneer je menstruatie langer duurt dan zeven dagen of wanneer je maar een keer in de drie maanden (of nog minder vaak) menstrueert. In deze gevallen is het slim om eens naar de huisarts te gaan. Houd van tevoren een soort dagboek bij met je cyclus. Let op: dit geldt alleen wanneer je geen hormoonspiraal hebt, bepaalde medicijnen gebruikt of borstvoeding geeft.
Factoren die van invloed zijn op je cyclus
Wat volgens Koers van invloed kan zijn op je cyclus zijn de volgende factoren:
- stress
- een miskraam
- veel afgevallen
- veel aangekomen
- fanatiek sporten
- niet sporten, weinig bewegen
- veel aan het reizen
- een SOA
- het verwerken van groot verlies
Dat iets als stress van invloed kan zijn op je cyclus komt door het volgende: “De hypothalamus en de hypofyse in de hersenen wisselen signalen uit met de eierstokken en de baarmoeder door middel van verschillende hormonen”, vertelt Koers. Is dat proces in de war, bijvoorbeeld door stress, dan kunnen problemen ontstaan. En dat kan weer zorgen voor een onregelmatige cyclus.
Problemen met je cyclus
Heb je problemen met je cyclus, dan is het slim om je menstruatie een paar maanden bij te houden. Eet gezond en zorg dat je voldoende eiwitten en goede vetten binnenkrijgt. Een diëtist kan je hierbij eventueel helpen. Sport niet té fanatiek, maar liever regelmatig op een lager pitje. Soms werkt accupunctuur en ook seed cycling schijnt goed te doen voor je hormonen. Seed cycling is het eten van bepaalde zaden die de juiste hormonen rond je menstruatie ondersteunen. En zaden die klachten door hormonen verminderen. Heb je dan nog een onregelmatige cyclus? Dan is het slim om dit eens neer te leggen bij je huisarts.