Twijfel je over een derde kind? Stop met twijfelen

Persoonlijk Muriel Oonincx 20 jul 2023
Leestijd: 5 minuten

Grote ogen als theekopjes kreeg Muriel naar zich toegeworpen toen ze aankondigde zwanger te zijn van hun derde kind, terwijl menneke nummer twee nog maar negen maanden oud was. Een derde kind. Drie jongens… in drie jaar. Nu spreekt ze uit ervaring en steekt ze twijfelaars een hart onder de riem. Bij twijfel, wel doen en wel hierom.

Vooropgesteld: ik ga hier geen pleidooi houden dat iedereen drie (of meer) kinderen zou moeten krijgen. Als het je al gegeven is. Iedereen moet doen wat ‘ie wil. Ik richt me hier met name op de twijfelaars. Listen, ik heb ook het plussen en minnen lijstje gemaakt. Nagedacht over welke auto we zouden moeten kopen voor het gezin en gegruweld bij het idee dat het een Fiat Multivlaai (oeps, Multipla) zou kunnen worden. Of een Renault (ik-ben-toch-niet-outofspace ESPACE). Het hotelvakantieleven uit m’n hoofd gezet en naar hippe caravans en dito campings gezocht.

Een derde kind

Ga je rationaliseren dan gaat het stoplicht op rood. Maar volg je je gevoel dan is er maar één antwoord. Al mijn vriendinnen met drie voelen zich extra ‘rijk’ en genieten intens van de derde. Mijn beste vriendin leek ‘klaar’ met twee. Door het noodlot in combinatie met de liefde werd afgelopen jaar nummer drie geboren en het is zoals ze zelf zegt ‘een groot feest’.

1. Als de wens (wil) er is, is er ook een weg

We waren er snel uit in ons gezin, maar eraan vooraf ging een korte intense periode van het doornemen van de plussen en minnen van een derde. Wat zouden de consquenties zijn. Wat als het kindje niet gezond is. Wat als. Kunnen we het wel betalen en moeten we de auto die we nu hebben, inruilen voor een gezinsbak? Waar een wil is, is een weg. De kinderen merken niks van een ander huis, en een familievakantie is vele malen leuker voor hen (en dus ook voor jou) dan een rustieke villa ergens op een prachtberg. Laat praktische bezwaren heel even voor wat ze zijn en visualiseer hoe je het vindt om nog een zoet geurende baby in je armen te houden en te dromen van een volle Kersttafel met drie plus drie aanhang. Na al ons korte wikken en wegen over de derde was er slechts een conclusie: we gaan er spijt van krijgen als we het niet doen. En zelfs nu in een zware periode met slapeloze nachten, ochtenden die om half zes beginnen en avonden alleen die pas na negen uur ‘s avonds beginnen, kijken we elkaar aan en denken woordeloos hetzelfde: ‘Het is het dubbel en dwars waard’.

2. Als het je lukt om er redelijk oké bij te lopen, krijg je staande ovaties

Drie jonge kinderen dwingen respect af bij de omgeving. Het afgelopen jaar vloog ik met regelmaat in mijn eentje met mijn Daltonrijtje van twee, drie en vijf jaar oud, lange afstanden met het vliegtuig. Mijn mantra: ‘dit gaat ook over’. Dat in combinatie met de schouderkloppen, high fives en behulpzaamheid, maakten het lang zo erg niet als je zou denken. Gisteren nog fietste ik met mijn kroost in de bakfiets (ja, ik ben een bakfietsmoeder) en grote joekel van een pup aan de riem naar de speeltuin. Aan de reacties op straat te horen zag het er uitdagend uit, maar een lol dat we hadden. Plus: de toegeworpen complimenten maakten het ritje bijzonder aangenaam. Maar ook bij een simpel ritje naar de supermarkt geven de blikken je vleugels.

3. Twee kinderen en een baby is makkelijker dan één peuter en een baby

Nee, echt. Verklaar me niet voor gek. Ik had het ook nooit kunnen verzinnen, maar toen ik nummer een en twee had (die twee jaar schelen) kostte het me meer moeite om het in de hand te houden, dan met drie. Een peuter heeft aandacht nodig, van wie dan ook. En dat ben jij dus, ook als je je baby aan het voeden bent of een bad geeft. Heb je twee koters rondlopen dan vermaken ze elkaar. Omdat mijn eerste een engeltje is die geduldig speelt met zijn broertje, gaf me dat meer ‘speelruimte’ dan toen hij nog twee was. Inmiddels zijn de drie mannen de dikste maatjes en zijn ze in de ‘giebel over alles wat met plas-poep-billen-scheet te maken heeft’-fase beland en daar kom je dus niet tussen. Hoeft ook niet, lekker laten gaan.

4. De derde is zo veel zelfstandiger en weerbaarder

Nummer drie werd geboren en lag vanaf dag een op ramkoers. Van begin tot eind, dus eerste puf tot laatste pers duurde welgeteld twee uur. Het was rennen om op tijd in het ziekenhuis te zijn. Met een blik van ‘jou kan ik hebben’ stapte hij de wakkere wereld in en dat is nooit verdwenen. Met twee broers boven zich leerde hij al snel dat je maar beter je mannetje kunt staan. Die maak je dus niks wijs. En zo zullen vele derde exemplaren in een gezin zijn. Al was het maar omdat je als moeder van drie gewoonweg de tijd niet hebt voor tuttelen.

5. De zware baby/peuter/kleuterjaren wegen niet op tegen het leven erna

Deze heb ik even geleend van een vriendin die al een stuk langer op weg is. Haar drie dochters zijn inmiddels rond de tien en ik quote “het is er alleen nog maar leuker op geworden”. Ja, het hebben van een baby, peuter en kleuter is zwaar en soms wil je ze gewoon even niet. Zodat je even kunt opladen. Maar meestal wil je ze juist om je heen, want reken maar (en hier spreekt oma) dat je over een jaar of vijf terugzwijmelt naar die ukkie-jaren en dat je naar je grijzende, misschien wat buikige man kijkt en verzucht: ‘hadden we maar meer genoten’.

https://www.famme.nl/groot-gezin-sparen/

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Iedere zaterdag het beste van Famme in je mailbox

Een goed begin van je weekend met de mooiste verhalen van Famme