Het verschil tussen de zindelijkheidstraining van jongens en meisjes

Ben je de vieze luiers nu zo langzamerhand wel zat? Geen zorgen: ooit wordt het beter. Sterker nog, ooit ben je er zelfs helemaal vanaf. Want als kinderen tussen de 1,5 en 4 jaar zijn, kun je beginnen aan zindelijkheidstraining. Soms gaat dat heel soepel, soms een stuk eh, minder. Maar wat zijn de verschillen (en overeenkomsten) tussen de zindelijkheidstraining van jongens en meisjes?

Hetzelfde: de signalen

Natuurlijk zijn er jongens die heel snel zelf leren plassen en meisjes die er veel moeite mee hebben, maar over het algemeen beginnen jongens gemiddeld zes maanden later aan zindelijkheidstraining. Dat neemt niet weg dat je aan ongeveer dezelfde signalen kunt herkennen of ‘ie er klaar voor is.

Zo wordt hij zich er bewust van als hij naar de wc moet en houdt hij regelmatig een paar uur lang een droge luier. Dit zijn alle tekenen dat je kind klaar is voor zindelijkheidstraining.

Anders: de aanpak van zindelijkheidstraining van jongens

De zindelijkheidstraining van jongens hoeft niet per se moeilijker te zijn, maar de aanpak is wel anders. Hoewel het meestal zo is dat de moeder begint met de training, is het bij jongens handig om vaders erbij te betrekken. Jamie Glowacki, die ouders helpt bij de zindelijkheidstraining van hun kinderen, schrijft: “Zo’n 90 procent van de tijd is een vrouw verantwoordelijk voor de zindelijkheidstraining van een jongen.” Maar jongens en meisjes communiceren doorgaans anders en reageren dan ook vaak anders op dezelfde aanpak.

Zo werkt het bij meisjes beter om meer te praten over wat er gebeurt en vinden jongetjes het prettiger om korte uitleg te krijgen. Daarom heeft je zoontje er dan ook veel baat bij als je vriend hem laat zien hoe het moet. Daar is ook expert Jen Singer het mee eens.

Daarnaast moeten er natuurlijk andere dingen aangeleerd worden. Meisjes moeten bijvoorbeeld beter leren afvegen, jongens moeten leren richten. Je kunt trouwens wel beter beginnen met je zoontje zittend leren plassen. Als ‘ie dat goed kan, kun je het staand proberen. Dan wordt het waarschijnlijk alsnog een paar keer een natte boel in de wc, maar gelukkig zijn er speciale potjes voor jongens die ervoor zorgen dat de vloer grotendeels droog blijft.

Lees ook: Zindelijkheidstraining bij jongens: wanneer leer je ze staand te plassen?

Tot slot hebben jongens soms een andere instelling. Kindertherapeut Alyson Schafer zegt op Today’s Parent dat de aanpak verschilt per kind, en je de persoonlijkheid dan ook altijd moet meenemen. “Maar ik zie bij jongens wel vaker een ‘ik wil liever spelen, die training komt later wel’-mentaliteit”, voegt ze toe. Jongens zouden dus minder geduld hebben. Jamie Glowacki voegt daaraan toe dat meisjes vaak meer reageren op gezichtsuitdrukkingen en gesprekken, terwijl jongens het soms beter doen met korte bevelen over wat ze moeten doen.

Hetzelfde: de beloning

Maar uiteindelijk is de aanpak ook weer niet zó verschillend. Zowel jongens als meisjes kun je bijvoorbeeld trainen aan de hand van een beloning als ze het goed hebben gedaan. Een sticker, een snoepje, noem zo maar op. Maar geen glas limonade, want voor je het weet moeten ze weer. 😉

Lees ook:

• Zindelijkheidstraining: zo weet je wanneer je kind er klaar voor is
• 11 x zo train je de zindelijkheid van je kind ‘s nachts
• Was je eerste een meisje en moet je nu een jongen opvoeden? Dit moet je weten