20 x dit kun je beter doen dan je kind straffen (deel 2)

Kinderen Patricia van den Broek 2 mei 2017
Leestijd: 5 minuten

Kinderen straf geven als ze iets doen wat niet mag? Vorige week schreef Patricia dat je het ook anders kunt aanpakken en dat straffen niet altijd een oplossing is. We gaven simpele en effectieve alternatieven. Vandaag: deel 2.

Elk kind haalt wel eens iets uit, stort zich gillend ter aarde in een winkel, slaat een vriendje of zeurt de hele dag aan je hoofd. Want kinderen zijn kinderen. En mijn peuter is niet anders. Aan jou als ouder de taak om dat allemaal in goede banen te leiden en te kanaliseren. Niet altijd even simpel. Soms is het handig tools te hebben die dat makkelijker maken. Bij mij helpen ze! En nee, niet altijd hoor, ik verlies ook wel eens mijn geduld. Dus pik vooral de dingen uit dit artikel die jou aanspreken en die je wilt uitproberen.

Sneller over

Bottom line: je kind straffen bij ongewenst gedrag is niet altijd even effectief. Dat stellen ook veel opvoedkundigen. Sterker nog, je bereikt er vaak het tegenovergestelde mee: nog meer ongewenst gedrag. Wat niet wil zeggen dat er geen regels zijn. Maar consequent zijn en je kind opvoeden kan ook op een manier waarbij het zich gehoord voelt en inziet wat de consequentie is van het gedrag. En, niet onbelangrijk: dat het ongewenste gedrag sneller overgaat.

Motiveren

Interne motivatie geeft effect op lange termijn en maakt zelfstandig. Externe motivatie (als ik niet luister, krijg ik straf) geeft effect op korte termijn en maakt afhankelijk en angstig. Of jij het gedrag van je kind positief of negatief ervaart, heeft alles te maken met je verwachting. Het is de kunst om erachter te komen wát de reden is van het gedrag van je kind.

Ombuigen

Een kind dat slaat is niet per definitie stout. Het kan jou ook iets duidelijk willen maken, maar niet goed weten hoe. Met deze alternatieven voor straf leer je je kind beter begrijpen en die interne motivatie te stimuleren (en dat kun je al vanaf een jaar of twee gaan toepassen, ze begrijpen meer dan je denkt). De eerste tien lees je hier, de volgende hieronder in dit tweede deel:

11. Praat over je gevoelens

Laat je kind weten waarom jij iets niet leuk vindt. Mijn dochter liep vanochtend steeds weer van tafel met een boterham in haar handen. Uit een reflex wil ik dan roepen: ‘Als je nu niet blijft zitten, word ik boos.’ Waardoor ze me juist nog meer gaat uitdagen. In plaats daarvan kun je ook zeggen: ‘Ik heb liever dat je aan tafel blijft zitten, want ik word er zo moe van om de kruimels steeds op te ruimen.’

12. Grijp in wanneer nodig

Je kind zit in de auto en wil zijn riem niet om. Leg dan uit wat de gevaren zijn. Dan snappen ze waarom je iets doet en leggen ze zich er (meestal) gewoon bij neer.

13. Houd je kind vast

Kinderen worden soms boos. Heel erg boos. Ze gaan gillen. Of slaan en schoppen. Het voelt als ouder heel onnatuurlijk (zeker in een volle supermarkt) om je kind dan vast te pakken en te troosten. Maar het kan soms wel helpen om die opgekropte gevoelens van je kind om te zetten in helende tranen. Zelf boos worden heeft in zo’n situatie meestal geen zin. Of helpt maar heel eventjes.

14. Haal je kind weg uit de situatie

En vooral: blijf erbij. Dus zonder je kind niet af door het een time-out te geven, maar blijf erbij. Echt, ik heb mijn peuter ook vaak op de trap gezet. Zo van: ga jij maar even afkoelen. Hielp voor geen meter. Luister, houd je kind vast of zoek samen naar een oplossing. Op deze manier is er ruimte om die boosheid te uiten, zonder die emotie af te straffen.

15. Los het spelenderwijs op

Vanochtend probeerde ik mijn dochter aan te kleden. Ze werd boos, ze wilde niet. Toen ik met haar sokken aan kwam zetten, werd ze laaiend (ze haat sokken). Dus ik maakte van de sok een handpoppetje en zei: ‘Ik ben het sokkenmonster! Zal ik in de neus van je mama bijten?’ Weg woede, hallo schaterlach. En de sokken zaten binnen een minuut aan haar voeten.

16. Gooi het op een akkoordje

Ja, ook dat klinkt tegenstrijdig (mijn kind luistert niet, dus moet ik nu gaan toegeven?) maar zo is het niet. Stel je bent in de speeltuin en het is tijd om naar huis te gaan, maar je kind wil niet. Gooi het dan op een akkoordje. ‘Ik snap dat je nog uren wilt spelen. Dus je mag nog een ding kiezen in de speeltuin waar je op wilt en dan gaan we echt.’ Als het dan nog niet lukt, geef het dan een keuze (waar jij je in kunt vinden), dus: ‘Of we gaan nu meteen of je mag nog op een ding en dán gaan we.’ Wedden dat het helpt?

17. Zoek samen naar een oplossing

Deze is voor oudere kinderen, al helpt het bij mijn peuter soms ook. Een voorbeeld. Ze had er een handje van om keihard te gillen als ze boos is. Prima dat ze haar gevoelens uit, maar ik werd gek van dat gegil (en de buren ook). Dus we hebben samen een plek bedacht waar ze altijd mag gillen: in een tunnel. Dus als we nu met de auto door een tunnel rijden, gaat ze gillen. Thuis (meestal) niet meer. Doet ze het wel, dan zeg ik: ‘Gillen is voor in de tunnel. Als je boos bent, probeer het met woorden te zeggen waarom.’ Werkt best wel goed.

18. Stel je verwachtingen bij

Dit wil ook nog wel eens helpen. Kinderen zijn nu eenmaal kinderen: onvoorspelbaar, luidruchtig, vergeetachtig, speels en ga zo maar door.

19. Probeer emoties te kanaliseren

Door een alternatief te bieden. Is je kind boos? Laat het een tekening maken. Of stampen op de grond. ‘Kun je tekenen hoe boos je bent?’ (bij een ouder kind). ‘Kun je door heel hard te stampen op de grond laten zien hoe boos je bent?’ (bij een peuter). Dit kan helpen je kind uit die boosheid te halen, zonder het af te straffen.

20. Neem zelf een time-out

Loop even weg en zucht een paar keer diep of bel even een vriendin. Soms kan dit je helpen om de situatie te herzien en opnieuw te beoordelen.

Lees ook: dit is waarom het heel effectief kan zijn om je kind te overladen met liefde

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Iedere zaterdag het beste van Famme in je mailbox

Een goed begin van je weekend met de mooiste verhalen van Famme